Uitvoering Mosselconvenant

In 2009 hebben partijen vergaande afspraken gemaakt over de mosseltransitie: het afbouwen en op termijn geheel beëindigen van de bodemvisserij op mosselzaad. Het hoofddoel van het convenant is tweeledig: de mosselzaadbanken moeten zich ongestoord kunnen ontwikkelen op de bodem van de Waddenzee, terwijl de mosselsector kan blijven produceren.

Om dat te bereiken is een transitie nodig van bodemzaad naar zaad dat op kunstmatige manier wordt ingevangen in de waterkolom. De investering in deze mosselzaadinvanginstallaties (mzi’s) begint haar vruchten af te werpen. In 2015 bleek de sector op deze wijze al voor een belangrijk deel van het benodigde kweekmateriaal te kunnen voorzien. Daarmee is de productie van mosselzaad met mzi’s tot nu toe het meest succesvolle alternatief voor bodemvisserij. Het is daarmee een van de pijlers van het Mosselconvenant. Een verdere opschaling wordt voorzien.

Beperkende factor in de volgende transitiestap lijkt de beschikbaarheid van geschikte kweekpercelen voor het duurdere en ook iets kwetsbaardere mzi-zaad.De partijen bewaken de voortgang via het bestuurlijk overleg Mosseltransitie dat onder leiding staat van Hans Alders met ondersteuning vanuit PRW.