Uitvoering visserijconvenanten en – akkoorden

Op verzoek van de opdrachtgevers blijft het programma als verbindende partij de onafhankelijke secretariaten van de diverse akkoorden verzorgen en ziet zij toe op het bereiken van de afgesproken doelen en jaagt waar nodig de innovatie aan. Behalve het oesterakkoord, gaat het hierbij om convenanten die reeds eerder gemaakt – en ingegaan zijn – en in de periode 2019-2022 doorlopen.

  • Het mosselconvenant. Voor het Mosselconvenant is de komende periode de uitdaging om voldoende ruimte voor nieuwe mosselzaadinvanginstallaties en mosselkweekpercelen te vinden. De ambitie om de mosselzaadvisserij volledig los van de bodem uit te voeren blijft gehandhaafd, waarbij ook naar mogelijkheden buiten de Waddenzee wordt gekeken om het perspectief te realiseren. In de komende transitie wordt meer aandacht gegeven aan de ecologische en economische haalbaarheid van alternatieve oplossingen;
  • Het garnalenconvenant. De halvering van de impact van de garnalenvisserij op de natuurwaarden van de Waddenzee moet in 2020 voltooid zijn. Reductie van het aantal schepen, opschaling van de beschermde gebieden en de uitvoering van het verduurzamingsplan vormen daarvoor de basis. In de uitvoering van het VisWad-akkoord is ruimte voor experimenten met actief herstel van bodemstructuren;
  • Het handkokkelakkoord. Het handkokkelakkoord gaat vanaf 2019 een derde fase in op basis van een evaluatie en mogelijke bijstelling van de eerder gemaakte afspraken. De natuurlijke broedval van de kokkels bepaalt in ultimo hoeveel mogelijkheden deze visserij in de komende periode in de Waddenzee heeft;
  • Het oesterakkoord. De Japanse oester heeft in de afgelopen tien jaar een ontwikkeling doorgemaakt van ongewenste vreemdeling naar een meer welkome biobouwer. De ecologische waarde van de oesterbanken als habitat voor veel andere soorten (waaronder ook mossels) is dan ook hoog. De enorme hoeveelheid oesters biedt tegelijkertijd kansen voor de kleinschalige visserij. De oesters van het Wad hebben een hoge kwaliteit en de regionale afzetmarkt groeit. Om deze nieuwe activiteit goed in te bedden is een beleidskader afgesproken hoe deze vorm van visserij duurzaam kan worden ingepast. PRW ondersteunt het traject waarin de rapers in de komende jaren toewerken naar de meest duurzame inpassing.

Rol PRW:

Op te leveren resultaat:

  • Minimaal de helft van het huidige mosselzaadvisgebied is gesloten voor de mosselzaadvisserij in 2022;
  • Er zijn minimaal twee pilots ingezet in 2020, om alternatieve mogelijkheden voor mosselzaadkweek buiten de Waddenzee te onderzoeken;
  • Twaalf procent van de Waddenzeebodem is vrij van bodemberoerende activiteiten in 2020;
  • Er is in 2020 een garnalenvloot die met minimaal tien schepen minder vist en waarbij de resterende vloot met een wijdere maaswijdte, lichtere tuigen en minder uren op het water vist;
  • De handkokkelvissers kunnen, met een minimaal effect op de Wadbodem en vogels, hun activiteit duurzaam uitoefenen;
  • Een tussentijdse evaluatie in 2021 wijst uit hoeveel toekomst het duurzaam oesterrapen heeft;
  • In 2020 is er een overzicht van de mogelijke impact van visserij met vaste vistuigen en een plan van aanpak. In 2022 is er een convenant hierover gesloten met de betrokken partijen.

Opdrachtgevers:

  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  • Waddenprovincies: provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen
  • Coalitie Wadden Natuurlijk
  • Visserijsectoren

Opvolging door:

  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit