Oogsten wat een rijke Waddenzee aanbiedt

Een rijke Waddenzee biedt volop marien voedsel. De visserijconvenanten, die door het Programma naar een rijke Waddenzee (PRW) zijn begeleid, leveren positieve resultaten op. Mosselen, garnalen, kokkels, oesters: de sectoren hebben duurzame stappen gezet. De uitdaging is een volgende duurzame stap. Welke visserij hoort bij een rijke Waddenzee?

Ronald Lanters

We mogen trots zijn op het resultaat

Dat de visserij een transitie doormaakt, staat buiten kijf. “De helft van het mosselzaad wordt inmiddels aan touwen in mosselzaadinvanginstallaties (mzi’s) geoogst”, vertelt Ronald Lanters van PRW. Het resultaat van deze innovatie is volgens hem een direct gevolg van het mosselconvenant uit 2009. Drie partijen – mosselsector, overheid en natuurorganisaties – spraken destijds af: meer in de waterkolom aan touwen oogsten, zodat de wadbodem rust krijgt. “De helft van de percelen waar mosselzaad werd geoogst is inmiddels definitief gesloten. Daar ontwikkelen zich nu natuurlijke schelpdierbanken.”

Ingrijpend veranderd

Ook al liep de mosseltransitie vertraging op – “We liggen acht jaar achter op schema” – toch is Lanters tevreden. “Transities als deze vragen een lange adem. De omslag heeft de mosselsector ingrijpend veranderd. Oogst aan touwen is duurder. Familiebedrijven, die onvoldoende konden investeren, zijn overgenomen door grote spelers.” De volgende stappen staan glashelder op papier: twee derde sluiting in 2026 en een volledige sluiting in 2030. “Het streven is een volledige uitfasering van de mosselzaadvisserij op de bodem.”

8.000 hectare gesloten gebied

De moeder der convenanten, noemt Lanters het mosselakkoord. Het beproefde concept kreeg navolging. Met de handkokkelaars in 2011, de garnalenvissers in 2014 en de oesterrapers in 2020. Voor al deze convenanten voerde PRW het secretariaat. “We organiseerden de uitvoering”, legt hij uit. Voor de garnalentransitie was een technische oplossing, zoals de mzi’s voor de oogst van mosselzaad, nog niet voorhanden. De afspraak in het garnalenconvenant luidde: beschermde gebieden instellen door vergunninghouders uit te kopen. De teller staat inmiddels op negentien uitgekochte vergunningen. “Dat levert sinds oktober 2022 meer dan 8.000 hectare niet-bevist gebied op, 11,7 procent van het totaal aan onderwaternatuur. We wilden meer, maar er hebben zich niet genoeg schepen aangemeld. We mogen desondanks trots zijn op dit resultaat.”

Barbara Holierhoek

Laten we oogsten wat in een rijke Waddenzee op dat moment aanwezig is

Grens is bereikt

Afdoende zijn de convenanten niet voor een duurzame toekomst. Duurzame visserij vraagt om een vervolgstap, maar meer gesloten gebieden ziet de visserij niet zitten. “Tot hier en niet verder”, zegt Barbara Holierhoek, die namens visserijverenigingen Ons Belang (Harlingen) en Hulp in Nood (Lauwersoog) bij het garnalenconvenant betrokken was. Nu is ze directeur van de Visafslag Lauwersoog. Over de secretarisrol van PRW is ze zeer te spreken: “Bij aanvang waren we sceptisch. We zagen PRW vooral als een club van natuurmensen. Maar ze hebben het thema visserij goed ondersteund, onder meer met onderzoeken en procesbegeleiding. Echt super.” Over een eventuele opvolger van het garnalenconvenant zegt ze: “De weerstand onder vissermannen is groot. Het huidige convenant was al een stap te ver, vinden ze, mede omdat in de Noordzee visgronden verdwijnen voor windparken. De helft van de tong- en scholschepen op de Noordzee stopt. Zestig kotters in totaal. De visserij is momenteel onzeker en in rouw.”

Beelden over rijke zee verschillen

Wat volgens haar mist is een lonkend toekomstperspectief voor de visserij. “Dát is nu de uitdaging”, erkent ook Lanters. “De maatschappelijke druk op de visserij om te verduurzamen neemt toe. Nu onze rol als secretaris stopt, vragen we het nieuwe Waddenzee Visserijplatform om het voortouw te nemen.” Probleem voor een gedeelde toekomst is dat de beelden over een rijke Waddenzee verschillen. Holierhoek, secretaris van het visserijplatform, beaamt dat: “Anders dan biologen zien vissers het nut niet in van het sluiten van gebieden. We moeten toe naar een duurzame, maar ook levensvatbare visserij. Niet meer sectoraal benaderd, zoals met de convenanten, maar samen met betrokken partijen. Ons platform verenigt alle visserijorganisaties in de Waddenzee, ook kleinere als de vastevistuig-vissers.”

Meebewegen met natuurlijk systeem

Holierhoek ziet een gezamenlijke toekomst voor zich waarbij de visserij met zo min mogelijk impact vooral de natuur volgt. Een visserij die niet sectoraal opereert, maar integraal en flexibel. “Nu vist een visserman alleen op bijvoorbeeld garnalen, het hele jaar door. Waarom niet meebewegen met de seizoenen en het natuurlijk systeem? Dan vangt hij in voorjaar inktvis en in het najaar schol. Dat is voor een bedrijf nu vrijwel onhaalbaar vanwege het stelsel van vergunningen en quota. Korte ketens en lokale producten zijn momenteel de trend. Laten we dan vooral oogsten wat in een rijke Waddenzee op dat moment rijkelijk aanwezig is.”