Dode schelpen belangrijk voor terugkeer platte oester

maandag 19 februari 2018

Met name lege schelpen van kokkels vormen een geschikt substraat voor de vestiging van platte oesterlarven. Maar ook Japanse oesters en tal van andere schelpdiersoorten blijken geschikt voor aanhechting van de platte oester. De verschillen worden vooral bepaald door het aanbod van geschikt substraat.

Dit blijkt uit het onderzoek naar het voorkomen van de platte oester in de Waddenzee (download onderaan). Het onderzoek is juli en september 2017 uitgevoerd door Bureau Waardenburg, Wageningen Marine Research en Altenburg & Wymenga in opdracht van het Programma naar een Rijke Waddenzee. De onderzoekers maakten in oktober al bekend dat met zekerheid gesteld kan worden dat de platte oester aanwezig is in de Waddenzee. Nu het onderzoek helemaal is afgerond, zijn er nog meer interessante gegevens.

Tien locaties onderzocht
In totaal zijn tien locaties met Japanse oesterbanken bezocht. In negen locaties werden ook daadwerkelijk platte oesters gevonden (51 exemplaren in totaal). De dichtheid was erg laag. Duikers hebben daarnaast één platte oester gevonden in het sublitoraal bij Texel.

Dode schelpen aantrekkelijk
Dode schelpen van tweekleppigen, voornamelijk kokkels, zijn talrijk aanwezig in gebieden waar platte oesters werden gevonden. Slechts in twee gebieden waren lege schelpen afwezig en hier werden minder platte oesters gevonden. De platte oesters waren gevestigd op de schelpen van verschillende soorten schelpdieren, waaronder Japanse oester Magellana gigas, mossel Mytilus edulis, kokkel Cerastoderma edule, fossiele halfgeknotte strandschelp Spisula subtruncata en strandgaper Mya arenaria. Enkele platte oesters waren gevestigd op levende Japanse oesters.

Puntje van de neus
De verschillen in ‘schelpkeuze’ worden vooral bepaald door het aanbod van geschikt substraat. Zo waren op een aantal verschillende locaties de wadplaten meer bedekt met slibbig sediment. Hier zijn minder lege schelpen beschikbaar. In deze locaties zijn een aantal platte oesters gevonden die gevestigd waren op de top van een Japanse oester, die verticaal uit het sediment stak.

Voortplanting
Een nieuw ontwikkelde qPCR methode toonde de aanwezigheid aan van platte-oester-DNA in watermonsters.  De hoogste concentratie werd gevonden op de locaties waar ook de meeste platte oesters gevonden zijn. Microscopische analyse van watermonsters toonde platte oesterlarven aan in een van de twee bekeken monsters. De resultaten laten zien dat:
1. het sterkste DNA signaal werd waargenomen in het gebied met de meeste platte oesters
2. dat platte oesters in de Waddenzee zich voortplanten

Geschikt substraat
De waarneming dat kokkels een geschikt substraat vormen voor de vestiging van platte oester larven is belangrijk voor de ecologie van het herstel van platte oester populaties. In de Noordzeekustzone en de binnendelta’s van de Waddenzee is het natuurlijke aanbod aan lege schelpen (voornamelijk kokkels en fossiele halfgeknotte strandschelpen) erg groot. Sediment dat rijk is aan lege schelpen is belangrijk voor de recrutering en aanwas van platte oesters, indien voldoende larven aanwezig zijn en ook andere omgevingsfactoren geschikt zijn.

Spreiding in sublitoraal?
Deze resultaten geven aan dat de platte oester is teruggekeerd, na eerder te zijn uitgestorven in de Waddenzee. Er zijn aanwijzingen dat de platte oesters die in deze survey gevonden zijn tussen Texel en Vlieland afkomstig zijn van een kweekexperiment op Texel in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De uitbreiding naar andere delen suggereert dat geschikte condities aanwezig zijn in de huidige Waddenzee. Een grotere verspreiding in vooral het sublitoraal van de Waddenzee is waarschijnlijk, omdat de platte oester een voorkeur heeft voor de diepere delen van de Waddenzee.

Aanbevelingen
De onderzoekers sluiten af met een aantal belangrijke aanbevelingen:
1. een platte oester survey uit te voeren in alle getijdebassins in de Waddenzee door veldbezoeken te combineren met het nemen van watermonsters voor het bepalen van eDNA met qPCR en het tellen van platte oesterlarven;
2. onderzoek te doen naar de populatieopbouw en vestiging-substraat van platte oesters in de hele Nederlandse Waddenzee;
3. het aanbod van hard substraat in de vorm van lege schelpen (“shelliness”) en de daarop gevestigde organismen te monitoren in zowel het litoraal als het sublitoraal van de Waddenzee.

Rijke Waddenzee
De Platte oester is een belangrijke biobouwer in de beoogde rijke waddenzee. PRW werkt met partners aan terugkeer en versterking van de platte oester in de Waddenzee. Met de nu verkregen inzichten kunnen we de volgende stap maken en bouwen aan een bronpopulatie voor herstel en verspreiding.