Massale kokkelsterfte op het wad: Implicaties voor de handkokkelvisserij

dinsdag 28 augustus 2018

Wageningen Marine Research meldde vorige week dat er massale kokkelsterfte is op het Wad (artikel). Het gaat om de grootste kokkelsterfte sinds het begin van de metingen in 1990. De onderzoekers vermoeden dat dit komt door de verhoogde watertemperatuur. Wat betekent een ‘arm jaar’ voor de handkokkelvisserij op het Wad?

Er is sprake van een arm kokkeljaar als op 1 september minder dan 21 miljoen kilogram kokkelvlees op de wadbodem aanwezig is. Als er ook nog gedurende twee jaar minder dan 1000 ha mosselbanken zijn, wordt het limiet van 21 miljoen kg kokkelvlees naar boven bijgesteld.

Wageningen Marine Research gaat de voorlopige onderzoeksresultaten nog verder uitwerken. Om met meer zekerheid te kunnen inschatten wat het effect van de sterfte is geweest, wordt een extra inventarisatie van het kokkelbestand uitgevoerd. Die informatie wordt meegenomen in de nieuwe bestandsschatting.

De onderzoekers gaan uit van een kokkelarm jaar. De handkokkelvisserij krijgt dan te maken met beperkende maatregelen die zijn vastgelegd in het meerjarenakkoord dat in 2011 is opgesteld. Op die manier moeten er genoeg kokkels overblijven voor de vogels en reserveren we kokkels voor latere jaren.

In feite zijn er twee maatregelen. In de lotingsgebieden mag een schip minder vissen. En het totale vangstvolume zal afnemen, aangezien de bestandsgrootte ook is afgenomen.

Handkokkelen in een ‘arm jaar’; hoe werkt dat?

De kokkelvisserij in de Waddenzee is van origine ingedeeld over vier type gebieden: A, B, C of D-gebieden. Hoewel je deze indeling nog steeds terug kunt vinden op het internet en de vergunning, zijn er tegenwoordig drie typeringen gangbaar: permanent gesloten gebieden, lotingsgebieden en vrije gebieden.

+ Permanent gesloten gebieden (A+B) zijn het hele jaar door gesloten voor visserij. Het zijn gebieden die vooral dicht onder de Waddeneilanden en in de buurt van belangrijke hoogwatervluchtplaatsen liggen.

+ De vrije gebieden (D) zijn gewoon vrij toegankelijk voor kokkelvissers. De gebieden zijn belangrijke om een continue toevoer te hebben voor de vissers, terwijl ze relatief gezien minder van belang zijn voor de wadvogels.

+ De lotingsgebieden (C) zijn belangrijk voor vogels maar zijn ook onmisbaar voor de visserij. Zij liggen iets verder weg van de eilanden en de hoogwatervluchtplaatsen. Bij een kokkelrijk jaar mogen er maximaal drie vaartuigen vissen per gebied. Als het een kokkelarm jaar is, mogen  maximaal twee vaartuigen in zo’n gebied aan de slag. Daarmee wordt een verlaging van de visserijdruk nagestreefd.

Continuïteit vershandel

Een andere belangrijke bepaling is dat de sector gebaat is bij continuïteit, met name voor de vershandel. Daarom kan er ook in jaren met minder kokkels een (beperkte) hoeveelheid kokkels worden geoogst. In alle jaren geldt: quotum van 2,5 % van de totale, op 1 september aanwezige, hoeveelheid kokkels (vleesgewicht) in dichtheden hoger dan 50 per vierkante meter.

Nieuwe broedval?

De onderzoekers van Wageningen Marine Research constateren in hun voorlopige onderzoek dat niet alleen de oudste jaarklasse is getroffen door de warmte. Er leek dit jaar voor het eerst sinds jaren erg veel broedval (aanwas jonge kokkels) te zijn. Mogelijk de grootste sinds 2011! Op sommige delen lijkt het er op dat een deel van die jonge kokkels de extreme omstandigheden niet heeft overleefd. Op andere delen van het Wad lijkt het echter gunstiger. Hoe groot de sterfte onder het nieuwe broed precies is, zal komend najaar blijken als alle data zijn uitgewerkt.

Rijke Waddenzee

De Meer Jaren Afspraken Handkokkelvisserij in de Waddenzee (MJA) zijn in 2011 opgesteld. De afspraken zijn gemaakt tussen de handkokkelsector, de natuurorganisaties, de provincie Fryslân en het Ministerie van LNV. Het gemeenschappelijke uitgangspunt is een gezonde Waddenzee en een duurzame visserij met perspectief.

Het Programma naar een Rijke Waddenzee begeleidt de uitvoering van het MJA. Door de grote broedval van 2011 waren er volop kokkels op het Wad. Maar de laatste jaren zijn we steeds dichterbij de grens van een arm kokkeljaar gekomen. De meerjarenafspraken worden dit jaar geëvalueerd, zodat voor 2019 en verder nieuwe afspraken over het handkokkelvissen in de Waddenzee kunnen worden gemaakt.  

De exacte uitvoering van het MJA wordt elk jaar nader gespecificeerd in de vergunning. Beide zijn hieronder te downloaden voor een impressie (MJA uit 2011 en vergunning van 2017-2018).  De uitvoering voor het nieuwe seizoen moet nog worden vastgelegd volgens het afsprakenkader.

 

UPDATE (14 december 2018)

Inmiddels is uit de herbemonstering gebleken dat de waargenomen kokkelsterfte inderdaad extreem hoog was. In de Waddenzee is gedurende de zomer meer dan 60% van de kokkels ouder dan één jaar gestorven. Onder de 1-jarige kokkels werd geen verhoogde sterfte werd waargenomen, mogelijk omdat zij met een hogere conditie de hittegolf in zijn gegaan. Dit wordt verondersteld omdat 1-jarige kokkels nog niet volop deelnemen aan het paaien, waarbij oudere kokkels doorgaans uitgeput raken. In de Oosterschelde stierf meer dan 90% van de 1-jarige en oudere kokkels. De oorzaak van de verschillen tussen de Oosterschelde en Waddenzee zijn niet onderzocht. In beide gebieden werd veel kokkelbroed gevonden, dat in de Waddenzee op sommige plaatsen al sterk gegroeid was. Dit geeft perspectief voor de komende jaren.