Archief Blogs - Programma naar een Rijke Waddenzee https://rijkewaddenzee.nl/blogs/ Samen gaan we op weg naar een veerkrachtig en duurzaam waddengebied Tue, 20 Dec 2022 11:53:45 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.1 Grenzeloos https://rijkewaddenzee.nl/blogs/grenzeloos/ Thu, 01 Dec 2022 11:23:52 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=10119 De moderne mens is een puzzelaar. We staan voor grote uitdagingen rond de energievoorziening, welvaart, economie, ecologie, landbouw, woningbouw, klimaat, stikstof… en er zijn nog veel meer dossiers op te noemen. Zulke dossiers worden doorgaans aangepakt door een groep mensen met een afgebakende opgave. Gewone boerenslimheid leert dat als je iets in de diepte wil bereiken, je de breedte moet […]

Het bericht Grenzeloos verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
De moderne mens is een puzzelaar. We staan voor grote uitdagingen rond de energievoorziening, welvaart, economie, ecologie, landbouw, woningbouw, klimaat, stikstof… en er zijn nog veel meer dossiers op te noemen. Zulke dossiers worden doorgaans aangepakt door een groep mensen met een afgebakende opgave. Gewone boerenslimheid leert dat als je iets in de diepte wil bereiken, je de breedte moet beperken. Het grootste nadeel van deze aanpak is dat je, als groepje, vast kan blijven zitten in deze beperking. De oplossing daarvoor is niet om de beperking in de breedte los te laten (dan wordt het een zooitje zonder diepgang), maar af en toe, en bewust, tijdelijk voorbij de grenzen te kijken die je eerder hebt gesteld.

Stippellijn

Op de grens tussen de Waddenzee en Noordzee loopt een denkbeeldige stippellijn. Deze lijn verbindt de eilanden als een soort navelstreng. Deze marcatielijn loopt door over de eilanden, en splitst. Natuur-geen natuur, Natura 2000 Waddenzee, Noordzee, Duinen van …, ieder stuk zijn eigen beleid en beheerplannen. Een zandkorrel die verwaait, een botje of een eidereend die deze denkbeeldige stippellijn overzwemmen merken hiervan helemaal niets. De Noordzee en Waddenzee gaan vloeiend in elkaar over. De duinen worden met zand gevoed uit de Noordzee, de eilandkwelders met slib uit de Waddenzee. En twee keer per dag is het zeewater dat door de zeegaten de Waddenzee in- en uitstroomt de motor van ons natuurlijk Werelderfgoed. Voor zeestromen, sedimenttransport en leefgebieden voor veel organismen bestaat de stippellijn tussen de Noordzee en de Waddenzee niet.

Maar tijdens deze zwemtocht van enkele meters over de stippellijn, komen ons botje en de eidereend denkbeeldig van de ene archiefkast in de andere terecht. De hangmap Natura-2000 wisselt van Waddenzee naar Noordzeekustzone, de ordner ‘richtlijn waterkwaliteit’ verandert van Kaderrichtlijn Water naar Kaderrichtlijn Marien, en ze zwemmen het Noord Atlantische werkgebied binnen van de Oslo-Parijs conventie (OSPAR). Het is geen overbodige luxe de mix van beschermingsregiems eens tegen het licht te houden en te optimaliseren vanuit ecologische samenhang.

Praktijk

Gelukkig is het in de praktijk niet altijd zo zwartwit. De Waddengemeenschap die hard haar best doet het voor de natuur beter te maken en kijkt wel degelijk naar hele ecosystemen. Ze betrekt steeds meer de (zoet water) achterlanden van de Waddenkust bij de opgaven. En ze verkent de ecologische en gebruiksrelaties tussen de Noordzee en de Waddenzee. Er is al een integrale wetenschappelijke interesse. Begrijpen we hoe de Noordzee, de Noordzeekustzone, de buitendelta’s, de Waddenzee en de barrière-eilanden en platen, geulen en banken elkaar beïnvloeden? En welke ecologische betekenis ze in samenhang hebben? We leren steeds meer. Bijvoorbeeld van recent ecologisch onderzoek aan de buitendelta van het Borndiep. Of de betekenis van de Waddenzee voor de ruwe haai. Ook bij de visserij-afspraken is de wisselwerking tussen de Noordzee en de Waddenzee een belangrijke factor.

Kaderrichtlijn Marien als verbindende factor?

Binnen PRW hebben we onderzocht hoe aan beide zijden van de stippellijn tegen de bescherming van natuurwaarden wordt aangekeken. Kunnen we de natuur van de Waddenzee én de Noordzee robuuster maken? Door beschermingsregimes aan beide zijden van de stippellijn te gebruiken. Als denkkader voor kwaliteitscriteria en mogelijke maatregelen. De Kaderrichtlijn Marien (KRM) kan zo’n verbindende factor zijn. Het is niet goed uitlegbaar waarom in Nederland de Waddenzee niet onder de KRM valt terwijl Duitsland en Denemarken daar wel voor hebben gekozen. De uitwerkingen van de KRM en OSPAR zijn prima te gebruiken voor de Waddenzee.

Meer informatie te verkrijgen bij de auteurs:

Leo Bruinzeel. Tel: +31 (0)6 15 28 92 16. E-mail: leo.bruinzeel@vogelbescherming.nl

Ronald Lanters. Tel: +31 (0)6 21 51 54 34. E-mail: ronald@wing.nl

Michiel Firet: Tel: +31 (0)6 12 96 18 98. E-mail: m.firet@staatsbosbeheer.nl

Het bericht Grenzeloos verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Energie- en stoffenstromen in de Waddenzee https://rijkewaddenzee.nl/blogs/energie-en-stoffenstromen-waddenzee/ Fri, 28 Oct 2022 10:35:20 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9955 De abiotische elementen zijn onderbelicht, maar essentieel voor het functioneren van het voedselweb in de Waddenzee. PRW'er Ingrid van Beek vertelt in haar blog over de stand van de abiotische elementen in de Waddenzee, zoals de temperatuur, bodemsamenstelling en waterkwaliteit. Ook andere onzichtbare abiotische elementen komen aan bod, zoals de voor het onderwaterleven onmisbare nutriënten.

Het bericht Energie- en stoffenstromen in de Waddenzee verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
De Waddenzee is bij het grote publiek vooral bekend om de uitgestrekte wadplaten, de zeehonden die er liggen te rusten, en zwermen trekvogels die foerageren op wormen en schelpdieren om op te vetten voor het volgende traject in hun Flyway.

Minder bekend is het fundament van het voedselweb, de abiotische elementen die nodig zijn voor een goed functionerend voedselweb. Met abiotische elementen wordt de niet-levende natuur bedoeld, zoals de temperatuur, bodemsamenstelling en waterkwaliteit. Nutriënten zijn andere abiotische elementen die onzichtbaar zijn, en onmisbaar!

Fotosynthese

Nutriënten zoals stikstof en forfor zijn onmisbaar voor de primaire productie door fotosynthese. De energie en bouwstoffen die hierbij ontstaan vormen de basis van het voedselweb en komen de hogere trofische niveau’s ten goede.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In zee vindt de primaire productie plaats door fotosynthese van fytoplankton, algen en wieren. CO2 en H2O zet zich met behulp van de energie van zonlicht en voedingsstoffen om in koolstofverbindingen en O2. Ook komt een belangrijk deel van de fotosynthese tot stand door micro-organismen in de microbiële keten. Micro-organismen zijn kleiner dan 20 micrometer en omvatten bacteriën, virussen, protozoa en microfytoplankton en microfytobenthos.

Hoe komen nutriënten in het systeem?

De belangrijkste 3 routes waarlangs nutriënten en organische bouwstoffen de Waddenzee bereiken zijn: door natuurlijke aanvoer uit de Noordzee; met het spuiwater uit rivieren en meren, en door interne recirculatie van nutriënten in de Waddenzee. De recirculatie ontstaat door dood organisch materiaal (detritus) van alle organismen die worden afgebroken tot nutriënten (remineralisatie) door bacteriën.

Remineralisatie van detritus is een belangrijke bron van nutriënten, zeker voor stoffen zoals fosfor die minder via natuurlijke aanvoer de Waddenzee bereiken. Via de Noordzee worden vooral organische bouwstoffen aangevoerd en via het IJsselmeer vooral nutriënten zoals stikstof. De aanvoer varieert wel sterk afhankelijk van het seizoen en ook klimaatverandering speelt een rol.

Minder spuiwater bij droogte

Normaal wordt meermaals per dag zoet water vanuit het IJsselmeer de Waddenzee in geloosd. Sinds het uitzonderlijk warme jaar 2018 is door toenemende temperatuur en droogte periodiek minder spuiwater aangevoerd. Ook omdat het IJsselmeer als waterbuffer dient om zoetwaterschaarste bij dergelijke extreme periodes op te vangen.

Het gevolg is dat er periodiek een sterke daling is van aanvoer van voedingsstoffen, en van zoetwateralgen die ook in de voedselketen van de Waddenzee worden opgenomen. Hierom is het van belang dat het zoetwaterspui naar de Waddenzee in stand blijft. Er is weinig bekend over de kritische waarden van nutriënten, en de mogelijke gevolgen voor de hoge productiviteit in de Waddenzee en voedselbeschikbaarheid voor alle soorten hoger in de voedselketens. Wel is bekend dat de productiviteit van bodem in de Waddenzee door extreme warmte afneemt.

Spuiwater ook om andere redenen belangrijk

Spuiwater zorgt voor het in stand houden van zoet-zout gradiënten en van verbindingen tussen zee- en zoetwaterstroomgebieden. De verbinding tussen zee en het achterland is van belang voor trekvissen die gedurende verschillende levensfases in zee, rivieren en meren leven en zich voortplanten. Zonder spuiwater is er geen lokstroom die vissen nodig hebben om de weg naar zoet water te vinden. Zoet-zout gradiënten zijn variaties in het zoutgehalte van het water, waarbij het zoutgehalte in estuaria en bij spuisluizen afneemt, zodat er diversiteit in de leefgebieden ontstaat met bijbehorende diversiteit aan soorten. Na de extreem warme zomer in 2018 was het zoutgehalte vijf keer zo hoog als in januari van dat jaar. De productiviteit van microfytobenthos bleek door veranderingen in abiotische omstandigheden ook een factor vijf lager te zijn in vergelijking met historische gegevens.

Hoe staat het met de waterkwaliteit?

De waterkwaliteit en troebelheid van het water wordt bepaald door het zuurstof-, zout- en slibgehalte. Ook opkomende stoffen, een verzameling van duizenden natuurvreemde stoffen die in het oppervlaktewater terecht komen, worden met het spuiwater in de Waddenzee geloosd.

Rijkswaterstaat meet een aantal keer per jaar de waterkwaliteit in de Waddenzee, en heeft een tiental stoffen afkomstig van medicijnen gedurende een jaar gemeten op 6 locaties verspreid in de Waddenzee. De aanleiding hiervan was een verkennende studie door PRW die aantoonde dat stoffen niet zo snel uitspoelen met de getijden als aanvankelijk gedacht.

In de campagne werden in 13 monsters (3,5% van alle meetpunten) medicijnresten gemeten, met waarden boven de detectiegrens van de meetapparatuur. Op alle 6 locaties is tenminste 1 stof gemeten, en in totaal zijn er 4 stoffen gedetecteerd, waaronder 1 stof waarvan bekend is dat het persistent is in het oppervlaktewater. De uitkomst van de meetcampagne is niet alarmerend. De meetwaarden zullen verder worden geanalyseerd door een toxicoloog. Het toont wel aan dat stoffen niet direct met de eerste ebstroom wegspoelen uit de Waddenzee.

Meer informatie

Ir. Ing. I.J.M. (Ingrid) van Beek. Tel: +31 (0)6 11 84 05 21. E-mail: i.j.m.vanbeek@minlnv.nl.

 

 

 

 

Het bericht Energie- en stoffenstromen in de Waddenzee verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Vogelgriep funest voor Grote Stern https://rijkewaddenzee.nl/blogs/vogelgriep-funest-grote-stern/ Thu, 06 Oct 2022 14:09:31 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9898 De vogelgriep greep de afgelopen periode om zich heen, ook in het Waddengebied bij de populatie van bijvoorbeeld de Grote Stern. Het griepvirus is voor wilde vogels niet onbekend, maar sinds de jaren negentig is er een hoogpathogene variant in opkomst. PRW'er Leo Bruinzeel vertelt over de gevolgen hiervan voor de vogelpopulaties en hoe het huidige vogelgriepvirus heeft kunnen ontstaan.

Het bericht Vogelgriep funest voor Grote Stern verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
De populatie Grote Sterns is gedecimeerd. Door een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep stierven de volwassen broedvogels in de kolonies. De kolonies op Texel, Griend en Zeeland lagen er in de zomer verlaten bij. Met man en macht werden de dode dieren opgeruimd om de besmettingshaarden zoveel mogelijk in te dammen. In de nazomer gloorde er nog een sprankje hoop, op de Prins Hendrik Zanddijk op Texel werd alsnog succesvol gebroed en was het broedsucces goed. Maar was is er gebeurd met de Grote Stern?

Het griepvirus komt van nature voor bij wilde vogels. In de natuur circuleren allerlei varianten en een breed scala aan vogelsoorten treedt op als gastheer. Dit zijn met name varianten die besmettelijk zijn, maar niet erg ziekmakend (laagpathogeen heet dat). In de natuur doet een zwak ziekmakend virus het vele malen beter dan een dodelijke variant, want een dodelijke variant graaft zijn eigen graf. Natuurlijke selectie werkt in het voordeel van laagpathogene varianten en in het nadeel van hoogpathogene varianten.

Social distancing geen optie

Veel vogelsoorten zijn in de natuur verspreid over een groot oppervlak, maar gedurende een deel van het jaar zitten ze bij elkaar in groepen. Op die momenten zijn ze vatbaar voor besmetting. Social distancing zit er voor sommige soorten tijdens de broedtijd niet in. Ze scholen samen op eilanden waar predatoren moeilijk kunnen komen en waar ze dicht op elkaar broeden. Ook tijdens de voor- en najaarstrek en tijdens de rui gaan vogels in grote groepen op verzamelplaatsen zitten waarbij ze veilig zijn door de grote aantallen. Veel vogels in de Waddenzee zitten dus een deel van het jaar, met zeer veel soortgenoten, zeer dicht bij elkaar! Wilde vogels zijn aangepast aan het leven met het griepvirus, dat gaat al eeuwen goed…… tot de jaren negentig. Wat is er veranderd?

De kip als risicofactor

De meest voorkomende vogelsoort op aarde is de kip, deze soort kan in de pluimveehouderij het gehele jaar niet aan social distancing doen. Daarnaast zorgde kunstmatige selectie ervoor dat de soort vrijwel z’n genetische verscheidenheid inleverde. In de intensieve pluimveehouderij leven kippen altijd in lokale subpopulaties van honderdduizenden bij elkaar. Dit is een bonanza voor een virus. De sector probeert de wapenwedloop met het virus te winnen.  Ondanks zeer veel hygiëne-barrières komt het virus vanuit de natuur echter vroeg of laat toch bij de gastheren terecht. Binnen de pluimvee industrie kan het virus evolueren tot een hoogpathogene variant.

Vogelgriep is endemisch geworden

We weten dat de barrières rond de pluimvee industrie niet waterdicht zijn. Virussen komen erin, dus komen ze er ook uit. Maar zodra deze hoogpathogene griepvarianten bij wilde vogels terecht komen, kunnen ze daar voor massale sterfte zorgen. Dat is gebeurd bij de Grote stern, waarvan in enkele weken grote aantallen Nederlandse broedvogels zijn gestorven. Dat is een ramp, maar het kan nog erger. Wat als volgend jaar wederom een vergelijkbare besmetting plaatsvindt? De hoogpathogene griepvariant is endemisch geworden binnen de nationale en internationale pluimveesector en nu ook bij wilde vogels, dat betekent dat er op een bewust moment altijd wel ergens vogelgriep van deze variant heerst. Daarnaast ontstaan steeds nieuwe varianten. De huidige variant die voor problemen zorgt heeft z’n oorsprong in China. Dit jaar zien we een dramatische wending waarbij hoogpathogene vogelgriep om zich heen grijpt onder koloniebroeders, midden in het broedseizoen. Een aantal soorten, zoals de Grote Stern, maar over de grens bijvoorbeeld ook de Jan-van-Gent en de Grote Jager krijgt een hele zware klap.

Pluimveesector als deeltjesversneller

De nationale en internationale pluimvee-industrie werkt als een soort deeltjesversneller voor het griepvirus. Wilde vogels zorgen voor een gevarieerd aanbod aan laagpathogene griepvarianten, die in de deeltjesversnellende industrie omgezet worden in een variant die uiteindelijk onnatuurlijke hoge sterfte van zowel natuurvogels als kippen veroorzaakt. Wat er moet gebeuren is dat binnen de sector een laagpathogene variant niet kan evolueren tot een hoogpathogene variant. Dat kan door de kippen te vaccineren (in het buitenland gebeurt dit al), een verkleining van de sector en kippen minder dicht opeen gepakt te houden. Zodat de pluimveebedrijven niet meer als deeltjesversneller werken. Deze oplossingen hebben echter grote financiële gevolgen voor een sector die al onder vuur ligt, daarnaast vergt dit een internationale aanpak, want trekvogels, virussen en pluimveeproducten houden zich niet aan landsgrenzen.

Risicobeheersing en risicospreiding

De natuurorganisaties maken zich sterk voor risicobeheersing en risicospreiding, daarbij pleiten zij voor mankracht en coördinatie die snel ingrijpt bij calamiteiten en het inzetten op monitoring. Om de roze olifant in de kamer lopen we nog wat behoedzaam heen. We zetten nu terecht in op brandbestrijding en rampencoördinatie, maar laten we de overheden ook prikkelen om door te pakken en in te zetten op brandpreventie en het voorkomen van rampen.

De werkelijke discussie zou moeten gaan over de (internationale) pluimveesector die op dit moment een bedreiging vormt voor internationale (trek)vogelpopulaties.

Lees onder andere hier meer over de achtergrond van het vogelgriepvirus.

Meer informatie

Leo Bruinzeel. Tel: +31 (0)6 15 28 92 16. E-mail: leo.bruinzeel@vogelbescherming.nl.

 

 

 

 

 

 

Het bericht Vogelgriep funest voor Grote Stern verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Verlaten oorden https://rijkewaddenzee.nl/blogs/verlaten-oorden/ Wed, 31 Aug 2022 12:06:57 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9872 Tijdens de vakantie las PRW'er Michiel Firet het boek 'Verlaten oorden' van Cal Flyn, over natuur die na menselijk gebruik wordt 'teruggegeven'. Ook in het Waddengebied zijn tal van plekken waar dit al heeft plaatsgevonden of nog plaats gaat vinden. Welke lessen kunnen wij trekken uit eerdere ervaringen en hoe geven wij de natuur weer vrij spel?

Het bericht Verlaten oorden verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Nooit meer zal een vakantie voor mij hetzelfde zijn. Nu is de vakantie toch al een moment van reizen en trekken, van andere gebieden en mensen ervaren. Maar vlak voor deze zomervakantie werd ik getipt over het boek Verlaten oorden van Cal Flyn. Het boek maakte mij alert op plekken, die door de mens in gebruik zijn genomen en nu verlaten. In steden, natuurlijk op het platteland en in de natuur. Het is opvallend hoeveel plekken er aan de natuur zijn ‘teruggegeven’ als je er een beetje op let. Tussen aanhalingstekens, want er waren vaak andere redenen om de plek te verlaten.

10 Procent

Even een paar weken weg uit Nederland en niet ondergedompeld zijn in boerenprotesten. Als een soort pre-vakantie mocht ik begin juli een lang weekend wandelen in de Achterhoek bij Barchem. Al lopend heb ik eens een klein kwantitatief onderzoekje gedaan. Hoeveel boerenhoeves zijn in dat kleinschalige, prachtige landschap in de loop van de tijd aan de agrarische economie onttrokken? Ik schat zo’n 20% van het oppervlak. En ik schat dat nog slechts zo’n 10% van de boerenhoeves in agrarisch gebruik is. Pin me er niet op vast. Ik heb er geen CBS-data bij gepakt. Het is gewoon een beeld dat in mijn hoofd is blijven hangen, zo lopend langs beken en (eenmans)kampen, regelmatig diep de berm in voor het uit de kluiten gewassen industrieel landbouwverkeer.

Verlaten hoeve bij Mossel – Achterhoek, omgeving Beekvliet-Stelkampse Veld. Foto Michiel Firet

Maar dat getal 10% wil niet meer uit mijn kop. Als we nou eens, als onderdeel van de zo noodzakelijke landbouwsysteem hervormingen, 10% van deze door de boeren verlaten hoeven weer eens voor de landbouw in gebruik laten nemen. Dus minder boerderettes en hobby paardenhouderijen. Maar gewoon weer productie van landbouwgewassen gecombineerd met actief beheer van dit waardevolle landschap. Dus meer bedrijven, meer bedrijvigheid direct en indirect, maar kleinschalig, met ruimte voor rust en overhoeken. Met een gezond watersysteem. En doorsneden met veerkrachtige, goed verbonden natuurgebieden.

Want wat is het alternatief? Verpaarding? Verruiging? Met natuurgeld betaalde historische landbouwgewassen? Bos? Het grootste deel van de krimp in de landbouw in de Achterhoek is overigens geen gevolg van het natuurbeleid, maar de resultante van een gevolgd economisch beleid. De Achterhoek en bijvoorbeeld de Ardèche lijken totaal verschillend, maar zitten naar mijn gevoel ook wel ergens in hetzelfde schuitje. Lees bijvoorbeeld eens: https://weblog.wur.nl/natuur-biodiversiteit/een-schat-aan-verlaten-gronden/.

Verlaten zee

‘Verlaten oorden’ heeft me aan het denken gezet en me anders leren kijken. Ik ben het niet altijd met de schrijfster eens. Ja, de natuur neemt de plek van de mens wel weer in als die een gebied verlaat. Maar of dat ook de waardevolle natuur is die verloren is gegaan? Zijn de onderliggende ecosysteemprocessen niet fundamenteel veranderd? ‘Verlaten oorden’ beschrijft mooi dat er soorten zijn die in staat zijn om op door de mens volledig vervuilde en verpeste gebieden te leven.

Het hoofdstuk over de vervuilde kusten en het zwaar vervuilde slib van New Jersey vond ik aangrijpend. Ze gaat in op het schepenkerkhof van Arthur Kill, Staten Island. En de decennialange ongebreidelde lozing van o.a. dioxine door Diamond Alkali, Iron Bound Newark. Vandaag de dag bevat daar één blauwe zwemkrab genoeg dioxine om een mens kanker te bezorgen. Zo veel gemene rotzooi, zo bewust geloosd. En oh zo dichtbij. Want ook in de Eemsmondig liggen een hoop zware metalen in het slib begraven. Herinnert u zich nog de grote advertentie op de achterkant van het tijdschrift De Spiegel van de burgemeester van Delfzijl, ergens in de jaren zestig van de 20e eeuw: “Vestigt u zich in Delfzijl, hier kunt u ongezuiverd lozen op de Eems”. Misschien heeft iemand die uitgave nog ergens in de kast liggen? Tegelijkertijd, met welke ‘fossiele’ verontreinigingen hebben we in de Waddenzee nog rekening te houden? Of zijn recente schone zand- en slibafzettingen goede buffers?

Waddengebied

Ook het Waddengebied heeft zijn verlaten oorden. Het getijdegebied dat onder de indijkingen is verdwenen, de oestergronden van Texel, de dam naar Ameland, het voormalig zwembad Aqua Plaza op Ameland, deze is onder andere ook opgenomen is in het magazine Wad zie jij, de voormalige wadplaten van de Lauwerszee, het onderkomen van de strandvoogd van Rottumeroog. En zo kan ik nog wel even door gaan, de lijst met verlaten plekken en landschappen in het Waddengebied is best indrukwekkend.

Door na te denken over de verlaten zee ontstaat, in ieder geval bij mij, er ook een scherper beeld van de aanwezigheid of afwezigheid van de mens in delen van het Waddengebied, en de Waddenzee in het bijzonder. Geleidelijk in gebruik genomen, al dan niet geleidelijk soms ook weer verlaten. Zo heeft de zee de Paezemerlânnen ‘teruggenomen’  (zie ook www.itfryskegea.nl/natuurgebied/peazemerlannen). En zijn er afspraken gemaakt om in delen van de Nederlandse Waddenzee economisch medegebruik niet meer of nog maar zeer beperkt toe te laten. De mens trekt zich terug, het is nu weer aan de natuur de natuurlijke processen tot wasdom te laten komen.

Herstel natuurlijke processen

Hoewel een heel ander landschap zie ik parallellen met de hellingen van de Franse Ardennen. De boer heeft ze verlaten, anderen (dorpsbewoners?) proberen weer hellingbos van de grond te krijgen.

Wignicourt Franse Ardennen, lokaal initiatief herbebossing hellingakkers. Foto Michiel Firet

De natuur komt geleidelijk aan weer in evenwicht, met een beetje hulp. Met dezelfde soorten, dezelfde biodiversiteit? Misschien. Maar in ieder geval met de natuurlijk processen van bodem, water en al die organismen die daarbij een rol spelen. Daarin zit voor mij de kracht van de natuur die altijd wel weer zijn weg vindt. Niet altijd met de soorten van weleer. Zou dit een onderlegger kunnen zijn in de zoektocht naar systeemveranderingen die in de relatie tussen de natuur en mens nodig en gaande zijn?

Het bericht Verlaten oorden verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Natuurbescherming en -herstel: Europese overheden scharen zich er steeds meer achter https://rijkewaddenzee.nl/blogs/natuurbescherming-en-herstel/ Thu, 30 Jun 2022 08:13:23 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9772 22 juni publiceerde de Europese Commissie haar concept van een natuurherstelwet. PRW'er Hein Sas duidt de betekenis voor de Waddenzee en Europese natuur in het algemeen. Natuurbescherming alleen is de komende decennia niet voldoende, er zijn grotere inspanningen nodig om de natuur in de EU weer gezond te maken. Hopelijk gaat dit landen in het huidige Europese politieke landschap en wordt het lange-termijnbelang vooropgesteld.

Het bericht Natuurbescherming en -herstel: Europese overheden scharen zich er steeds meer achter verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Op 22 juni jongstleden heeft de Europese Commissie haar concept van een natuurherstelwet gepubliceerd.

De Commissie is van mening dat er meer doortastende maatregelen nodig zijn om de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 te verwezenlijken en om de toekomst van voedselzekerheid, klimaatbestendigheid, gezondheid en welzijn te waarborgen. Het wordt benadrukt dat natuurbescherming alleen niet voldoende is: om het verlies aan biodiversiteit te keren, zijn grotere inspanningen nodig om de natuur in de hele EU, in beschermde gebieden en daarbuiten weer gezond te maken. Daarom stelt de Commissie nu juridisch bindende doelstellingen voor om aangetaste EU-ecosystemen te herstellen.

Betekenis voor Waddenzee

Dit is ook voor de Waddenzee relevant. In artikel 5 van de ontwerpwet worden de ambitieuze doelstellingen voor het herstel van mariene ecosystemen gedefinieerd: habitats die in het kader van de huidige habitatrichtlijn zijn toegewezen, moeten tegen 2050 actief en volledig worden hersteld als ze niet in goede staat verkeren. Hierbij zijn er tussentijdse doelstellingen van 30% herstel in 2030 en 60% herstel in 2040. Er zijn aanwijzingen dat de natuur van de Waddenzee niet helemaal in goede staat is, met klimaatverandering als oorzaak van waarschijnlijk vermindering van natuurwaarden. Dus aan de slag met de Waddenzee, zou je denken.

Nog geen wet

Maar een afkondiging door de Europese Commissie is nog geen wet. Daartoe moeten eerst het Europese Parlement en de lidstaten hun zegje doen. En dat stemt niet meteen optimistisch. De Europese Volkspartij, die de grootste fractie in het Parlement vormt, heeft al laten weten dat ze hier niks van moeten hebben. ‘Natuurherstel bedreigt immers de voedselvoorziening, en die zit nu al zo in de knel vanwege de oorlog in de Oekraïne.’ Dat zou je zo kunnen zien op de korte termijn, maar op de langere termijn hebben landbouw en visserij echt een goed functionerende natuurlijke omgeving nodig.

Lange-termijndenken krijgt de overhand

Gelukkig kan het ook anders. Op 31 mei mocht ik in Oostende, ter gelegenheid van de start van het Federale Belgische mariene natuurherstelprogramma, een divers gezelschap toespreken over de schoonheid en de ecologische functies van mariene oesterriffen. Het was een prachtige ochtend, geopend door de Belgische minister van de Noordzee, Vincent van Quickenborne, die voluit sprak over het belang van mariene natuur. Om de schoonheid en rijkdom van mariene rifstructuren te illustreren waren manshoge schilderijen gemaakt, die de sprekers vrijuit mochten toelichten.

Zo’n initiatief laat zien dat de ouderwetse krachten die zich keren tegen natuurbescherming en -herstel zo langzamerhand aan de verliezende hand zijn. En in feite laat de conceptwet die de Europese Commissie heeft geformuleerd dat ook zien: de tijd is voorbij dat alleen natuurbeschermingsorganisaties zich druk maakten om Europese natuurwaarden. Ook allerlei overheden zijn inmiddels in het strijdperk gestapt. De lobby op korte-termijnbelangen van de voedingsindustrie gaat het, op den duur, verliezen van deze coalitie.

 

Zie hier voor het EC-persbericht over de concept-natuurherstelwet en hier voor een link naar de (Engelse) tekst van de conceptwet zelf.

Het bericht Natuurbescherming en -herstel: Europese overheden scharen zich er steeds meer achter verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
The times they are a-changin’… https://rijkewaddenzee.nl/blogs/the-times-they-are-a-changin/ Tue, 31 May 2022 11:57:15 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9476 Klimaatverandering heeft een steeds grotere impact op verschillende aspecten van ons leven en op het leven van dieren. PRW'er Leo Bruinzeel schrijft in zijn blog over het belang van een rijke en robuuste Waddenzee voor trekvogels op de Oost-Atlantische trekroute. En doet een pleidooi geen overbodige tijd te verspillen bij het ondernemen van actie.

Het bericht The times they are a-changin’… verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Vorige week werd er een record temperatuur van 51 graden celsius gemeten in Pakistan. Er sterven mensen door acute hitte stress, in de steden is water tekort om te koelen, in hogere delen zijn overstromingen doordat gletchers versneld smelten, oogsten mislukken en er breken ziektes uit.

Dit is geen scenario, dit gebeurt nu in Pakistan. Daarbij hebben we hier in Nederland op dit moment te maken met een recorddroogte; het droogste voorjaar van de afgelopen dertig jaar. De landbouw ondervindt hier ernstige hinder van. Hier schets ik slechts twee voorbeelden die actueel zijn en die aangeven dat klimaatsverandering niet iets is wat er aan zit te komen, maar iets waar we al middenin zitten.

Effecten klimaatverandering voor vogels

Op aarde zijn de effecten van klimaatverandering het sterkst rond de polen, terwijl het biologische leven in deze streek juist zeer vatbaar is voor veranderingen. Voor veel vogelsoorten is of wordt het huidige broedgebied ongeschikt. Hun broedgebieden naar het noorden verplaatsen is geen optie, want verder noordelijk ligt geen land. Dit zijn problemen die bijvoorbeeld kanoetstrandlopers, drieteenstrandlopers, zilverplevieren, bontbekplevieren, steenlopers, kleine strandlopers en krombekstrandlopers ondervinden. En laten dit nu net soorten zijn die allemaal na de broedtijd samenklonteren in de Waddenzee.

Ecologische kwaliteit Waddenzee

Om deze soorten een steuntje in de rug te geven is het verbeteren van de ecologische kwaliteit van de Waddenzee nu prangender dan ooit. Voor vogels die vanuit de Waddenzee in het voorjaar vertrekken kan een dag eerder vertrekken, of met een grammetje meer vet vertrekken, straks hét verschil gaan maken op de toendra. Bovendien is dit vrijwel de enige locatie waar we iets kunnen doen! In het uitgestrekte noorden is er niets wat je voor deze trekvogels kan doen. In het uiterste zuiden, bijvoorbeeld Mauritanië, zijn geen middelen. Nee, als we iets willen doen voor deze globetrotters, dan moet het in West-Europa gebeuren.

Optimale overlevingskansen

Veel van het werk van Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) haakte hier op in. Immers een Rijke Waddenzee is ook een robuustere Waddenzee. Het zou heel mooi zijn als straks bontbekplevieren extra kunnen opvetten tussen dubbele dijken, dat krombek en kleine strandlopers en masse in het zoute Lauwersmeergebied kunnen foerageren voor vertrek. En dat er meer locaties zijn waar alle wadvogels ongestoord kunnen foerageren en rusten, zodat de overlevingskansen in de Waddenzee optimaal zijn.

Andere aanpak voor klimaatvraagstukken

Maar wat hebben Pakistani, Nederlandse landbouwers en wadvogels nou gemeen? Alle drie kunnen niet afwachten tot er afdoende wetenschappelijke zekerheid is of hun lot daadwerkelijk oorzakelijk gerelateerd is aan klimaatsverandering. Klimaatvraagstukken vergen een andere aanpak, een mix van klassieke wetenschap, expert judgement en stakeholder democratie. Alle tools die we kunnen verzinnen om onzekerheid terug te dringen, maar waarbij we geen overbodige tijd gaan verliezen om snel aan de slag te gaan. De tijd dringt.

Het bericht The times they are a-changin’… verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Zeeuws lef in het Noorden? https://rijkewaddenzee.nl/blogs/zeeuws-lef-in-het-noorden/ Tue, 19 Apr 2022 10:22:00 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9432 Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) heeft op het gebied van mariene aquacultuur in het Waddengebied de rol van aanjager en uitdager. In haar blog schrijft PRW'er Sonja van der Graaf over een interessante reis naar Zeeland en de lessen die daar van kunnen worden geleerd. Hoe gaan de ontwikkelingen nu verder in het Waddengebied?

Het bericht Zeeuws lef in het Noorden? verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Naast ontwikkelen en verbinden heeft Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) ook de rol van aanjager en uitdager. In dat kader verkennen we mogelijkheden voor binnendijkse mariene aquacultuur. Dat niet iedereen daar op zit te wachten, blijkt uit de ophef vorig jaar over ideeën voor een alternatieve inrichting van de polder bij Westhoek in Friesland. Wij waren overigens niet betrokken bij deze plannen, maar vinden het wel van belang met het oog op de toekomst om alle opties te verkennen. Daarom zijn we nu eindelijk ook eens in Zeeland gaan kijken om te leren van hun ervaringen. We kwamen enthousiast terug met een extra dosis realiteitszin.

Klimaatbestendige kustlandschappen en duurzame voedselproductie

We moeten ons voorbereiden op klimaatverandering. In Weerbare Waddenkust wordt benadrukt dat maatregelen die we nu nemen moeten passen in een lange termijn strategie voor veranderende omstandigheden. Om droge voeten te houden moeten we voor elk kusttraject op basis van lokale kenmerken kijken wanneer we voor een breed kustlandschap naar buiten (kwelders, voorkering) of juist naar binnen kunnen ontwikkelen (extra dijk achter de bestaande dijk). Terwijl voor sommige kusttrajecten traditionele maatregelen geschikter zijn.

Juist die tussendijkse gebieden hebben onze belangstelling, zeker als daar sprake is van verziltingsproblematiek waardoor de traditionele landbouwpraktijk onder druk komt te staan. Zijn die gebieden niet uitermate geschikt voor de kweek van schelpdieren? Schelpdieren zijn gezond. Bevindingen van het NIOZ suggereren dat de aquacultuur van mariene schelpdieren een duurzame vorm van voedsel en inkomen kunnen opleveren. Redenen genoeg dus om hier aandacht aan te besteden.

Anders omgaan met water

Met enkele collega’s reisden we naar Zeeland om het icoon project Waterdunen te bezoeken; een combinatie van een innovatieve kustversterking met veiligheid als randvoorwaarde waar door de getijdenwerking een bijzonder natuur- en recreatiegebied is ontstaan met ruimte voor teelt van zilte groenten en aquacultuur. Het heeft lang geduurd maar nu is het er. Was er in het begin de nodige scepsis om zeewater binnendijks te halen, mét een eb en vloedbeweging, nu genieten vogels en mensen van deze onderscheidende prachtige plek, waardoor de economische ontwikkeling ook nog eens een impuls krijgt.

Met de ontwikkeling van mariene aquacultuur wordt volop geëxperimenteerd. Er is een hechte samenwerking tussen Hogeschool Zeeland, Zeeuws Landschap en De Oesterij. Niet alles gaat in een keer goed en het vergt zeker een lange adem; iets waar ik wel bewondering voor heb. Je moet lef hebben om in je plannen te blijven geloven en durf (en financiële buffers) om te experimenteren. Ik ga er zeker over een tijdje nog een keer heen om te kijken hoe het er nu voor staat.

Samenwerken

De ondernemers die we bezochten waren allen overtuigd van de noodzaak tot samenwerken. Een aantal voorlopers hebben ingezien dat het voor de ontwikkeling van een succesvolle aquacultuur sector nodig is om grotere en snellere stappen te zetten in techniek, houderij en commercialisering. En dat deze stappen mogelijk zijn als er open en intensief wordt samengewerkt, waarbij kennisdeling een cruciale factor is. Aquavalley, mede gefinancierd door de Europese Unie, provincie Zeeland en OPZuid, ondersteunt deze uitwisseling. Wat ze doen is “samen rond de tafel zitten” en “bellen als er vragen zijn”. Hier wederom voorbeelden van lef; lef om informatie te delen met concurrenten. Intussen heeft een van de deelnemers, Seafarm, als eerste wereldwijd het ASC-certificaat voor de kweek van tarbot ontvangen. Niet dat dat ons voorland moet zijn maar het is wel indrukwekkend om te zien. Ook Stichting Zeeschelp is een van de partners binnen Aquavalley en succesvol in het vinden van allerlei nieuwe kweektechnieken. Van hen hebben we mee gekregen dat je die samenwerking wel moet faciliteren; denkwerksessies zijn niet gratis en je moet er af toe wat voor over hebben om mensen echt bij elkaar te brengen.

Rol van de provincie

De provincie Zeeland heeft lang geleden al ingezien dat deze ontwikkeling wel ondersteuning behoeft en kocht 33 hectare grond aan en zorgde voor zoutwater toevoer. Ook hier ging niet alles in een keer goed maar daar is van geleerd. En nu zijn alle 33 hectare verkocht en bieden een locatie aan enkele topbedrijven die van groot belang zijn voor de regionale ontwikkeling (al valt er over de landschappelijke inbedding nog wel wat te zeggen). Ook hier weer een staaltje lef; bestuurlijke lef van een gedeputeerde om hier in te blijven geloven.

Een ambtelijk oliemannetje/vrouwtje is wel onontbeerlijk. Alle partijen benadrukken het belang; een constante factor (in plaats van telkens opnieuw een mooi rapport van een adviesbureau) die partijen aan elkaar verbindt en hobbels die moeten worden geslecht op de bestuurlijke tafel legt.

Noordelijke verkenning

Wij gaan verder en kijken welke locaties op basis van hun fysische eigenschappen geschikt zouden kunnen zijn in de nabije en in de wat verdere toekomst. In opdracht van het Investeringskader Wadden (IKW) opgave team Afsluitdijk en kust verkennen we de wenselijkheid en mogelijkheden van een Noordelijk Programma Mariene Aquacultuur. Wat zijn precies de perspectieven en waar liggen de knelpunten en wat is er nodig om de kansen te benutten?

Op 13 april hadden we een eerste enthousiaste sessie met ondernemers, beleidsmakers, onderzoekers en natuurbeheerders. Binnenkort komt er een vervolg waarin voor een aantal kansrijke soorten een businesscase wordt uitgewerkt. Als er perspectief is, is het de bedoeling dat de provincies het stokje overnemen en een bestuurlijk manifest opstellen waarin partijen afspraken maken om samen de schouders er onder te zetten.

 

En ik; ik kijk met bewondering naar de ondernemers die ondernemen en de plannenmakers die onverdroten blijven werken aan realisatie van hun veelbelovende vergezichten. En ik zal met het oog op de toekomst toch ook eens gaan leren kokkels klaar te maken.

Meer informatie:

Sonja van der Graaf. Tel: +31 (0)6 11 48 71 20. E-mail: sonja.vandergraaf@rvo.nl.

 

Het bericht Zeeuws lef in het Noorden? verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Een richtinggevende overheid en luisterend-leiderschap https://rijkewaddenzee.nl/blogs/een-richtinggevende-overheid-en-luisterend-leiderschap/ Thu, 03 Mar 2022 09:42:44 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9279 In de afsluitende blog van PRW'er Jeroen van Herk zijn 'roadtrip serie' langs plaatsen waar aan klimaatadaptatie wordt gewerkt, zijn we in Rotterdam. Hier wordt de laatste jaren gewerkt aan de klimaatadaptieve stad die goed voorbereid is op de toekomst. Een richtinggevende overheid en het luisterend vermogen naar de intenties van de deelnemers aan het gesprek blijken sleutelelementen voor een succesvolle aanpak.

Het bericht Een richtinggevende overheid en luisterend-leiderschap verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Het klimaat verandert en wij moeten mee. Ik maak een ‘roadtrip’ door Nederland en bezoek een aantal gebieden waar op een inspirerende manier aan de toekomst wordt gewerkt. In een serie blogs deel ik mijn ervaringen, waarnemingen en elementen voor een succesvolle aanpak. Centraal hierin staat de vraag of we klimaatverandering aankunnen en wat daar voor nodig is. Na 1. Het nieuwe klimaatadaptieve verhaal, 2. De Iconische voorbeelden, 3. De verbinding met het grotere geheel gaat dit laatste blog over Een richtinggevende overheid en het luisteren.

Stad van de toekomst

Vandaag ben ik in Rotterdam, stad van de toekomst. Ik zit op de fiets en trap omhoog. Aan de voet van de Erasmusbrug wordt gebouwd aan de Zalmtoren die met 215 m het hoogte gebouw van Nederland moet gaan worden. Een icoon van vertrouwen in de eeuw die voor ons ligt. Ik fiets verder. Het water van de Rijn en de Maas stromen samen onder me door en grote boten varen tegen de stroom in. Links aan de horizon zie ik De Kuip liggen waar ook ambitieus aan de toekomst wordt gewerkt. Vanaf de overkant van De Maas kijkt ‘De Rotterdam’ van Rem Koolhaas toe. Het geheel blijft imponerend.

Rotterdam heeft zich de afgelopen 20 jaar sterk ontwikkeld op het gebied van klimaatadaptatie en bereidt zich voor op de toekomst. Het wil weerbaar en veerkrachtig zijn in een tijd van continue veranderingen en daardoor ook in de toekomst een hoogwaardige en leefbare stad blijven. Zich aanpassen aan klimaatveranderingen was daarbij voor de delta- en havenstad een eerste even logische als prioritaire stap.

Aan de slag met klimaatadaptatie

De stad Rotterdam is een internationale voorloper op het gebied van klimaatadaptatie. De gemeente was één van de leidende partijen op het gebied van klimaatadaptatie in het internationale C40 netwerk. Inmiddels is Rotterdam ook aangesloten bij het Resilient Cities Network, waarin Rotterdam als een voorbeeldstad voor adaptatie wordt gezien. In de stad zijn inspirerende voorbeelden voor binnenstedelijke klimaatadaptatie gerealiseerd, zoals het Waterplein en grootschalige groene daken. Daarnaast is het Global Center on Adaptation sinds een paar jaar in de stad gevestigd; en sinds kort  een innovatief, drijvend kantoor in de Rijnhaven.

Arnoud Molenaar – Chief Resilience Officer van de stad Rotterdam en lead van de afdeling steden bij het Global Centre on Adaptation (GCA)  – tref ik op de brug van het drijvende kantoor. “Het is evident dat we ons als stad moeten voorbereiden op een veranderende toekomst. Er zijn grote veranderingen gaande op het gebied van klimaat, energie en digitalisering. Als stedelijke community van bewoners, bedrijven, ngo’s, kennisinstellingen en overheden moeten we daar weerbaar en veerkrachtig mee omgaan”, vertelt hij betrokken. “In de stad hebben we grote opgaven op het vlak van waterberging, vergroening, duurzame energie en luchtkwaliteit. Die grijpen we aan om innovatieve, integrale oplossingen te ontwikkelen zoals de waterpleinen, een roeibaan annex waterbuffer, multifunctionele dijken en dito daken en ook drijvende woningen. Hierbij heeft de overheid zowel een sturende als faciliterende rol, moeten er kaders worden gesteld en is er bereidheid nodig om te investeren”, geeft hij aan.

Een richtinggevende overheid en het luisteren

De opgaven voor de komende decennia op het gebied van stedenbouw, klimaatadaptatie, energietransitie, voedseltransitie enzovoorts zijn te groot voor één sector of één partij. Een overheid die duidelijk en méérjarig richting geeft is daarbij van essentieel belang – of het nu het Rijk, de provincie of waterschap is. Een overheid die mensen meeneemt in het verhaal van de toekomst, kaders stelt en investeert. Op basis hiervan kunnen private partijen instappen en nieuwe, duurzame businessmodellen voor de toekomst ontwikkelen. Of het nu om natuurinclusief bouwen, nature based solutions voor kustbeheer of regeneratieve landbouw gaat.

Daarbij past een andere manier van luisteren. Waarbij we veel meer naar elkaars intentie luisteren dan naar het standpunt. De intentie zegt meer over de onderliggende, drijvende kracht en waarden; het standpunt meer over je mening op dat moment. Als je elkaar op intenties vindt, is het makkelijker coalities bouwen en kan er gezamenlijk eigenaarschap ontstaan. Zie je een boze bewoner of iemand die zich zorgen maakt over zijn toekomst en dat van zijn gezin? Dit moet niet alleen van de overheid komen maar de overheid zet wel de toon – luisterend leiderschap? – door kaders te stellen en ‘dieper te luisteren’. De ‘soft spaces’ van watergezant Henk Ovink zijn hierbij een inspiratiebron.

Wat levert dit op voor de Waddenzee?

Rotterdam ligt niet aan de Waddenzee maar wel in een vergelijkbaar deltagebied. Ook voor het behoud van de kwaliteit van Waddenzee voor mens en natuur is het essentieel dat de overheid een heldere lijn voor de toekomst uitzet. Zowel voor het beleid als het beheer. Zodat bewoners en bedrijven daar op kunnen inspelen en bestaande businessmodellen aanpassen en nieuwe ontwikkelen.

Ook in de Waddenregio zou het interessant ziijn om in te zetten op luisterend leiderschap; van standpunt naar intenties. Vanuit gezamenlijke intenties kunnen we ons makkelijker en beter opnieuw met de Wadden en elkaar verbinden. Van mens tot mens. Als bewoner, bezoeker, landbouwer, visser, natuurbeheerder en bestuurder.

Tijd voor de toekomst

Mijn roadtrip begon met de vraag ‘Gaan we het redden met klimaatadaptatie?’ Op vier locaties heb ik nieuwe mogelijkheden en inspiratie gezien en gehoord. Het antwoord heb ik niet maar wel vier ingrediënten die een klimaatadaptieve toekomst dichterbij brengen. Treffend is dat het vaak aankomt op personen; zijn/haar intentie, de betrokkenheid en persoonlijke kwaliteiten zijn vaak bepalend. En dat vind ik wel mooi, wij als mensen moeten het samen doen.

Mede op inspiratie van Frans Evers en Henk Ovink

 

Het bericht Een richtinggevende overheid en luisterend-leiderschap verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Landrotten, dat zijn we https://rijkewaddenzee.nl/blogs/landrotten/ Mon, 14 Feb 2022 09:08:15 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9194 Michiel Firet schrijft op ons blog over onze voorliefde voor land. We zijn landrotten en land op de zee willen winnen, zit diep in onze aard en denkwijzen. Maar wordt het niet tijd om met het oog op klimaatadaptatie anders naar de kustlijn te gaan kijken? Zou het niet handig zijn om de zee achter de Waddenzeedijken meer ruimte te geven en met aangewonnen slib het achterland te verhogen?

Het bericht Landrotten, dat zijn we verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Meestal ervaren we de Waddenzee als de zee land is, als de platen zijn drooggevallen. Ongemerkt laten we de bezoekers van het wad vooral juist deze kant zien. Zoals bij een bezoek met de pers naar de monitoringsfuik onder Schiermonnikoog. Een fuik om de visstand van de Waddenzee te volgen. Het water trekt weg. Nog even en we kunnen van boord. Wadloopschoentjes of de waadbroek aan. Camera’s en statieven worden op de schouder genomen. Het is bijna laagwater in dit deel van de Waddenzee. Het moment in het getij om de fuik te bezoeken. De Waadsee. Volgens Wikipedia is het woord wad verwant aan het Latijnse woord vadum, dat “doorwaadbare plaats” betekent. En waden, dat doen we. Als het water maar laag genoeg staat, dan kunnen we ‘het wad op’. Landrotten zijn we. Zodra het water weer komt gaan we aan boord en aan het bier. De zee, het water, neemt haar plaats weer in, maar wij zijn onderweg naar het land en kijken niet achterom.

Hoofd en hand maken ‘t wad tot land

Is het erg dat we landrotten zijn? Nee, de waarde van de Waddenzee zit juist in dat ritme van het getij en de afwisseling van één grote watervlakte, soms ruig en ruw, en een paar uur later die drooggevallen zand- en slikplaten, waar de vogels foerageren, het bodemleven bruist en borrelt en de zon en de wolken een steeds ander lichtspel geven. Maar het wordt wel problematisch als we zijn vergeten dat we veel oppervlakte aan de zee hebben onttrokken. En met dijken en dammen het keurslijf van de Waddenzee steeds strakker hebben gezet. En het wordt zeker problematisch als we alleen maar in staat zijn om ‘zeewaarts’ te denken.

Landaanwinningswerken. De landbouw van de Waddenkust is er rijk mee geworden. Ingenieur R. Klinkhamer van Rijkswaterstaat heeft vlak voor zijn pensionering in 1987 een studie naar de landaanwinning van de Waddenzee gemaakt. Zijn rapport is hier te lezen. Hij schrijft: “Sedert het jaar 1200 is in Nederland totaal rond de 330.000 hectare land op de zee gewonnen. In Noord-Nederland vond en vindt de landwinst na 1500 voornamelijk plaats langs de vastelandskust van de Waddenzee.” Het is niet gemakkelijk aan te geven welk areaal land op de Waddenzee is gewonnen. En voor de essentie van dit blog ook niet zo relevant.

Zeewaarts of landwaarts

George Monbiot publiceerde op 4 november 2021 dit artikel in De Correspondent: “Het bizarste idee dat de mens ooit bedacht: dat je een stukje grond kunt bezitten”. En ook het boek Land van Simon Winchester zet mij aan tot overpeinzing. Deze blog is niet de plek om een politiek debat over grondbezit te gaan voeren. Maar dit soort publicaties zetten aan het denken. Het plaatst boeken als Schaduwkust van Ineke Noordhof en De Wadden van Mathijs Deen in een ander perspectief.

Waarom zoveel aandacht besteden aan de landaanwinning? Aan dat stukje van de Nederlandse geschiedenis en identiteit? Omdat het onze kijk op de toekomst bepaalt. En misschien vertroebelt. We zijn al eeuwen er aan gewend om land op de zee te winnen. Is het vraagstuk nu toch anders en moeten we ons juist afvragen aan welke kant van de zeedijk we kwelders en landaanwinning gaan inzetten voor de klimaatadaptatie? Zijn we, ook mentaal, in staat om dat waar we goed in zijn, bouwen met de natuur, op een slimme manier 180° de andere kant op in te zetten? Met als ‘oogst’ betere, klimaatbestendiger landbouwgrond, ingevangen broeikasgassen (blue carbon) en versterking van de Waddennatuur, al dan niet tijdelijk.

Met de komst van het Deltaprogramma is ook het besef gegroeid dat voorlanden een belangrijke rol kunnen spelen bij de kustveiligheid. Bij de normering van de Waddenzeedijken kan daar rekening mee worden gehouden. Het nationaal en Europees natuurbeleid hecht veel waarde aan kwelders en de kweldernatuur. Niet onterecht, want het zijn ook zeer belangrijke leefgebieden voor veel soorten van het Waddengebied. Er is een uitbreidingstaakstelling voor het areaal kwelders. En er worden kwelders aangelegd op plekken waar het de natuur nog even niet lukt. Wederom landaanwinning, maar nu voor natuur.

De onbekende, onbeminde zee

In de zomer van 2020 verscheen de waardevolle visie van de WUR: “Een natuurlijkere toekomst voor Nederland in 2120”. De WUR schrijft: “Het is een integrale visie: dat wil zeggen dat er vanuit diverse wetenschappelijke vakgebieden gekeken wordt naar de inrichting van Nederland in 2120.” Een kaart die de mogelijke inrichting in Nederland in 2120 weergeeft vorm de kern van de visie. Inzoomend valt direct de verdere verkweldering van de Dollard op. “Een nieuw Land-van-Saeftinghe’-achtig natuurgebied” noemde Martin Baptist, een van de opstellers van de WUR-visie het op een trilateraal symposium, december 2021.

In 2021 publiceerden Deltares, Bosch|Slabbers en Sweco het essay Op Waterbasis. Een waardevolle analyse van de water- en bodemopbouw van Nederland, en wat dat betekent voor het ruimtegebruik. De kernboodschap van dit essay vond zijn weg naar het regeerakkoord van Rutte IV; “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming”. Bekijk hier de kaart.

Valt u iets op aan beide visionaire kaarten? Ondanks de kennis van de mariene ecosystemen, ondanks de kennis van stroomgebieden, dalende en inklinkende bodems en toenemend hoogteverschil tussen de stijgende zeespiegel en het dalende achterland, ondanks die inzichten wordt er ‘zeewaarts’ gedacht (Nederland in 2120) of wordt de grote wateren als een uniforme grijze massa getekend (Op Waterbasis). Blijkbaar zit het diep, dat landrotten zijn.

Visie op de toekomst

Het is 2068. De ontwikkeling van de zeespiegelstijging en andere effecten van de klimaatverandering zijn duidelijker geworden. Nederland, en vooral het Waddengebied, heeft tijdig ingezien dat het benutten van de kracht van de zee en de zeenatuur de beste strategie is voor de klimaatadaptatie. Bij een stijgende zeespiegel wil de kustlijn ‘naar binnen’, landwaarts. We hebben dat natuurverschijnsel ingezet om mee te kunnen groeien. Landaanwinning, dat konden we al. We hebben alleen de richting omgekeerd. Zonder de kustveiligheid in gevaar te brengen lieten we de zee toe op het laaggelegen land achter de Waddenzeedijken. De zee bracht ons slib en nutriënten. Best wel snel hoogde het land op, tot wel 2 meter ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld. De waterhuishouding werd ook weer eenvoudiger. De landbouw moest tijdelijk wijken om de zee haar bouwwerk te laten doen. Maar met een jaar of 8 à 10 was er weer prima landbouw mogelijk. En in die fase van aanslibben werden grote hoeveelheden broeikasgassen volgens de Blue Carbon methode vastgelegd. Zoals het een goede landinrichting betaamd werd een klein deel van het areaal voor andere maatschappelijke wensen ingezet. Toerisme en vrij afstromende beken en estuaria waren zo prima in te passen. En dat allemaal door visionaire bestuurders die in 2028 voor deze ontwikkelingsrichting kozen.

Het bericht Landrotten, dat zijn we verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Beter verbonden met het grotere geheel https://rijkewaddenzee.nl/blogs/beter-verbonden-met-het-grotere-geheel/ Tue, 18 Jan 2022 10:12:07 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=9133 PRW'er Jeroen van Herk maakt een ‘roadtrip’ door Nederland en bezoekt een aantal gebieden waar op een inspirerende manier aan de toekomst wordt gewerkt. In een serie blogs deelt hij zijn ervaringen, waarnemingen en elementen voor een succesvolle aanpak. De vierde blog in deze reeks gaat over een betere verbinding met het grotere geheel.

Het bericht Beter verbonden met het grotere geheel verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>
Het klimaat verandert en wij moeten mee. Ik maak een ‘roadtrip’ door Nederland en bezoek een aantal gebieden waar op een inspirerende manier aan de toekomst wordt gewerkt. In een serie blogs deel ik mijn ervaringen, waarnemingen en elementen voor een succesvolle aanpak. Centraal hierin staat de vraag of we klimaatverandering aankunnen en wat daar voor nodig is. Na Het nieuwe klimaatadaptieve verhaal en de Iconische voorbeelden gaat dit blog over de verbinding met het grotere geheel.

Oude grond

Vandaag ben ik in De Kempen – een gebied tussen Eindhoven, Tilburg en de grens met België. Het gebied was 100 jaar geleden nog een uitgestrekt heideveld tussen de dorpen Hulsel, Netersel en Lage Mierde, met alleen rond de dorpen graslanden en houtwallen. De heidevelden waren voor de schapen en de herders. Begin jaren ’50 begon de ontginning. Sindsdien heeft het gebied zich ongelofelijk ontwikkeld en mijn familie – van beide zijden – zat er midden in met kleine boerenbedrijven en grote gezinnen. Nu is het vooral een rustig plattelandsgebied – met zijn eigen identiteit – en een groen achterland van de hightech stad Eindhoven.

Ik sta aan de rand van een sloot. Waar vroeger de heide was is nog steeds een open landschap maar nu is het landbouwgrond met flinke boerderijen. Op mijn telefoon zoek ik een kaart van 1922 op. Ook toen bestond de sloot al, zie ik tot mijn verbazing, en liep deze aan de rand van het heideveld. Dit is voor mij oude grond. Ik liep hier ongeveer 45 jaar geleden ook, met mijn opa. Van zijn oude klomp maakten we een bootje dat we in de ‘beek’ zetten. Met mijn ogen van nu is de ‘beek’ eigenlijk meer een sloot met wat stroming.

Aan de slag

Waterschap De Dommel is flink aan de slag in De Kempen. Het beekdal van de Beerze, de Reusel en de Raamsloop in de bovenloop van de Dommel worden opnieuw ingericht. Het gaat om een combinatie van opgaven: klimaatadaptatie, Natuurnetwerk, beperken stikstof op natuurgebieden, waterkwaliteit en landbouwverbetering. Sinds de droge zomers van 2019 en 2020 is hier de alarmbel afgegaan en is de urgentie van deze opgaven vergroot. Het is nodig om meer water vast te houden om verdroging te voorkomen en meer ruimte te bieden aan water om overlast te vermijden. “We zijn op diverse plekken bezig om de bovenlopen van beken toekomstbestendiger in te richten. Bij het herstel van de Oude Strijper Aa in 2020 zien we al direct na het nemen van de maatregelen het water in het landschap terugkeren en weer zichtbaar worden. Door het dempen van sloten en greppels wordt grondwater vastgehouden en dat is goed nieuws voor onder andere de natuur”, vertelt Mark Scheepens van waterschap De Dommel me aan de telefoon.

Een failliet watersysteem

Het huidige watersysteem op de zandgronden in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland is failliet. Failliet in de zin dat de huidige inrichting ons niet gaat helpen met de problemen van de toekomst. Het systeem is ontworpen om het water zo snel mogelijk af te voeren, als een ongewenste afvalstof. Maar nu blijkt het regenwater het goud van de toekomst te zijn, voor drinkwater, landbouw, industrie en natuur. Ons regionale watersysteem moet dus – opnieuw – een flinke update krijgen.

Het drinkwaterbedrijf Vitens – dat zorgt voor drinkwater voor ruim 2,5 miljoen huishoudens – sloeg aan het begin van dit nieuwe jaar direct alarm. De drinkwatervoorziening in Overijssel is op korte termijn in gevaar. De vraag stijgt, door klimaatverandering staan de bronnen onder druk en het ontwikkelen van nieuwe bronnen vraagt veel tijd. Te veel tijd. We moeten structureel anders omgaan met ons zoet water.

Het achterland van de Waddenzee

In het Waddengebied is de situatie vergelijkbaar. Ook hier is de strategie nog grotendeels gericht op het afvoeren van water en staat tegelijkertijd de waterbeschikbaarheid voor landbouw en drinkwater onder druk. Daarnaast staat de kwaliteit van de natuur in de Waddenzee onder druk. Het begint er mee in te zien dat de Waddenzee niet op zich staat. Het vormt een natuurlijk geheel met de rivieren en beken die er in uitkomen, en met de Noordzee. De rivieren en beken vervoeren nutriënten, sediment en zoet water naar de Waddenzee. Daarnaast zijn veel vissen en vogels voor hun voortbestaan compleet afhankelijk van de verschillende leefgebieden als beek, estuarium en Waddenzee. Deze verbinding hebben we voor natuur verre van optimaal ingericht. Om de kwaliteit van de Waddenzee te verbeteren is een blik op het grotere geheel noodzakelijk.

Sterker verbonden met een complex geheel aan systemen

Ik sta ondertussen onder een oude eik bij boscafé Den Bockenreyder. Ik verwonder me er weer over hoe de structuur van de winterse takken óók lijken op een röntgenfoto van je longen en op een luchtfoto van een stroomgebied met beken en rivieren.

Voor de toekomst is het van groot belang dat we ons beter realiseren dat we onderdeel zijn van een groter geheel. In ruimte en in tijd. Dat we onlosmakelijk verbonden zijn met de bodem, het water, het klimaat en ecosystemen. Mens en natuur zijn afhankelijk van het functioneren van die systemen. Wij hebben schone lucht nodig. Het is verstandig dat we zorgen dat regenwater het grondwater voedt zodat we het later kunnen gebruiken als drinkwater. En landbouw heeft een gezonde bodem nodig en insecten die planten bevruchten. Een no-brainer eigenlijk. Ook de tijd is een bepalende factor. We zijn verbonden met de generaties voor én na ons. Door ons hier sterker van bewust te zijn, kunnen we tot betere plannen voor de toekomst komen.

En hoe doen we dat? Het inzetten op en ruimte bieden aan natuurlijke processen lijkt een logische keuze. Nature based solutions. Voor mens en natuur; voor landbouw, waterveiligheid, drinkwater en natuur. En vanuit het DNA van een gebied verder bouwen aan de toekomst met plannen die hoofd en hart raken, samen met mensen uit het gebied.

Mijn dochters roepen me. Tijd voor warme chocomel.

 

Mede op inspiratie van Damiaan Denys, Matthijs Schouten en Roman Krznaric.

Het bericht Beter verbonden met het grotere geheel verscheen eerst op Programma naar een Rijke Waddenzee.

]]>