Vogelgriep funest voor Grote Stern

donderdag 6 oktober 2022

De populatie Grote Sterns is gedecimeerd. Door een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep stierven de volwassen broedvogels in de kolonies. De kolonies op Texel, Griend en Zeeland lagen er in de zomer verlaten bij. Met man en macht werden de dode dieren opgeruimd om de besmettingshaarden zoveel mogelijk in te dammen. In de nazomer gloorde er nog een sprankje hoop, op de Prins Hendrik Zanddijk op Texel werd alsnog succesvol gebroed en was het broedsucces goed. Maar was is er gebeurd met de Grote Stern?

Het griepvirus komt van nature voor bij wilde vogels. In de natuur circuleren allerlei varianten en een breed scala aan vogelsoorten treedt op als gastheer. Dit zijn met name varianten die besmettelijk zijn, maar niet erg ziekmakend (laagpathogeen heet dat). In de natuur doet een zwak ziekmakend virus het vele malen beter dan een dodelijke variant, want een dodelijke variant graaft zijn eigen graf. Natuurlijke selectie werkt in het voordeel van laagpathogene varianten en in het nadeel van hoogpathogene varianten.

Social distancing geen optie

Veel vogelsoorten zijn in de natuur verspreid over een groot oppervlak, maar gedurende een deel van het jaar zitten ze bij elkaar in groepen. Op die momenten zijn ze vatbaar voor besmetting. Social distancing zit er voor sommige soorten tijdens de broedtijd niet in. Ze scholen samen op eilanden waar predatoren moeilijk kunnen komen en waar ze dicht op elkaar broeden. Ook tijdens de voor- en najaarstrek en tijdens de rui gaan vogels in grote groepen op verzamelplaatsen zitten waarbij ze veilig zijn door de grote aantallen. Veel vogels in de Waddenzee zitten dus een deel van het jaar, met zeer veel soortgenoten, zeer dicht bij elkaar! Wilde vogels zijn aangepast aan het leven met het griepvirus, dat gaat al eeuwen goed…… tot de jaren negentig. Wat is er veranderd?

De kip als risicofactor

De meest voorkomende vogelsoort op aarde is de kip, deze soort kan in de pluimveehouderij het gehele jaar niet aan social distancing doen. Daarnaast zorgde kunstmatige selectie ervoor dat de soort vrijwel z’n genetische verscheidenheid inleverde. In de intensieve pluimveehouderij leven kippen altijd in lokale subpopulaties van honderdduizenden bij elkaar. Dit is een bonanza voor een virus. De sector probeert de wapenwedloop met het virus te winnen.  Ondanks zeer veel hygiëne-barrières komt het virus vanuit de natuur echter vroeg of laat toch bij de gastheren terecht. Binnen de pluimvee industrie kan het virus evolueren tot een hoogpathogene variant.

Vogelgriep is endemisch geworden

We weten dat de barrières rond de pluimvee industrie niet waterdicht zijn. Virussen komen erin, dus komen ze er ook uit. Maar zodra deze hoogpathogene griepvarianten bij wilde vogels terecht komen, kunnen ze daar voor massale sterfte zorgen. Dat is gebeurd bij de Grote stern, waarvan in enkele weken grote aantallen Nederlandse broedvogels zijn gestorven. Dat is een ramp, maar het kan nog erger. Wat als volgend jaar wederom een vergelijkbare besmetting plaatsvindt? De hoogpathogene griepvariant is endemisch geworden binnen de nationale en internationale pluimveesector en nu ook bij wilde vogels, dat betekent dat er op een bewust moment altijd wel ergens vogelgriep van deze variant heerst. Daarnaast ontstaan steeds nieuwe varianten. De huidige variant die voor problemen zorgt heeft z’n oorsprong in China. Dit jaar zien we een dramatische wending waarbij hoogpathogene vogelgriep om zich heen grijpt onder koloniebroeders, midden in het broedseizoen. Een aantal soorten, zoals de Grote Stern, maar over de grens bijvoorbeeld ook de Jan-van-Gent en de Grote Jager krijgt een hele zware klap.

Pluimveesector als deeltjesversneller

De nationale en internationale pluimvee-industrie werkt als een soort deeltjesversneller voor het griepvirus. Wilde vogels zorgen voor een gevarieerd aanbod aan laagpathogene griepvarianten, die in de deeltjesversnellende industrie omgezet worden in een variant die uiteindelijk onnatuurlijke hoge sterfte van zowel natuurvogels als kippen veroorzaakt. Wat er moet gebeuren is dat binnen de sector een laagpathogene variant niet kan evolueren tot een hoogpathogene variant. Dat kan door de kippen te vaccineren (in het buitenland gebeurt dit al), een verkleining van de sector en kippen minder dicht opeen gepakt te houden. Zodat de pluimveebedrijven niet meer als deeltjesversneller werken. Deze oplossingen hebben echter grote financiële gevolgen voor een sector die al onder vuur ligt, daarnaast vergt dit een internationale aanpak, want trekvogels, virussen en pluimveeproducten houden zich niet aan landsgrenzen.

Risicobeheersing en risicospreiding

De natuurorganisaties maken zich sterk voor risicobeheersing en risicospreiding, daarbij pleiten zij voor mankracht en coördinatie die snel ingrijpt bij calamiteiten en het inzetten op monitoring. Om de roze olifant in de kamer lopen we nog wat behoedzaam heen. We zetten nu terecht in op brandbestrijding en rampencoördinatie, maar laten we de overheden ook prikkelen om door te pakken en in te zetten op brandpreventie en het voorkomen van rampen.

De werkelijke discussie zou moeten gaan over de (internationale) pluimveesector die op dit moment een bedreiging vormt voor internationale (trek)vogelpopulaties.

Lees onder andere hier meer over de achtergrond van het vogelgriepvirus.

Meer informatie

Leo Bruinzeel. Tel: +31 (0)6 15 28 92 16. E-mail: leo.bruinzeel@vogelbescherming.nl.