Wenkend perspectief

Vanuit een integraal perspectief voor het Waddengebied in 2050 (Gebiedsagenda Wadden 2050) werken we aan het herstel van het Waddengebied; een ecologisch uniek en waardevol gebied waar mensen in leven en van leven. Het perspectief kan gezien worden als een gids op weg naar de gezamenlijke ambitie. Het geeft richting aan ieders handelen om de kernwaarden van het gebied verder tot ontwikkeling te brengen en samen op zoek te gaan naar nieuwe oplossing voor toekomstige uitdagingen. De ‘wandeling’ hieronder is een beschrijving van een mogelijk toekomstbeeld voor het Waddengebied, gebaseerd op de gemeenschappelijke beleidsambitie.

Een visualisatie van het wenkend perspectief Waddengebied 2050 is hierboven weergegeven.

De wandeling: het Waddengebied in 2050

Wat een wolkenlucht! Wat een weidsheid! Het is zaterdag 6 augustus 2050, even nagenieten van de wandeling over de kwelder met je beide kinderen. Tweeëndertig jaar geleden liep je hier zelf als kind met je ouders. Midden in het Waddengebied; op de rand van kust en zee. Een uniek Werelderfgoed. De dynamiek van de Wadden is hier volop zichtbaar: de wind waait, nieuwe stukken land slibben aan, andere kalven af.

Als er iets kenmerkend is voor het Waddengebied, is het wel dynamiek. In de havens, langs de kust, in de dorpen en havensteden, op de eilanden en natuurlijk in zee. De geulen en wadplaten in de Waddenzee veranderen immers voortdurend door de stromingen en het getij. Het leven dat zich onder water en op de wadplaten afspeelt, is geen jaar hetzelfde. Hetzelfde geldt voor het leven langs de kust en op eilanden. Havens hebben zich ontwikkeld tot centra van innovatie op het gebied van circulaire economie, energie en ‘nature based solutions’, de land- bouw is toegerust op een veranderend klimaat, de visserij zorgt samen met natuurbeheerders voor een goed beheer van de zee, en vooral bewoners zorgen voor een permanente stroom aan ideeën, initiatieven en ontwikkelingen. Het Waddengebied verandert voortdurend en tegelijk worden een aantal kenmerkende waarden van het Waddengebied gekoesterd en behouden. Het is hier goed wonen en werken. 

Waddengebied, inderdaad, en niet alleen de Waddenzee, want het inzicht is gegroeid dat de zee, de kust, de eilanden en het estuarium onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Ontwik- kelingen in de Waddenzee, langs de kust en op eilanden worden veel meer in samenhang bekeken en opgepakt. De natuur van de Waddenzee is weer verbonden met het achterland, het IJsselmeer en de Noordzeekustzone, en ook vanuit het behoud van de leefbaarheid, de beleving van het Waddengebied en de kustverdediging wordt de kust en de zee meer als één geheel gezien. De Waddenzee als klimaatbuffer, maar ook als gebied dat bijdraagt aan de economie en leefbaarheid van het eilanden en de kust. Het Waddengebied, wereldwijd van betekenis voor de natuur (van Afrika tot Siberië), internationale speler op het gebied van energie, scheepsbouw, duurzame visserij en landbouw. Toeristen uit vele landen zie je hier om te ontspannen of om rustig te genieten van al het moois dat er te zien valt. Dat alles kan alleen door nauwe afstemming tussen menselijk gebruik van het gebied en de wens om waarden als rust, ruimte en het open landschap te behouden. Die afstemming vindt in 2050 nauwgezet plaats en is niet altijd even gemakkelijk.

Twaalf was je destijds, in 2018. Flarden van het gesprek van toen komen terug nu je zelf met je kinderen over de kwelder loopt. Er waren verwachtingen. Verwachtingen over de toenadering tussen de havens, de visserij, de recreatie en landbouw met de natuurorganisaties. Maar ook nieuwe zorgen. Zoals de mogelijkheid dat op een zeker moment de Waddenzee zou kunnen verdrinken als gevolg van de zeespiegelstijging. Zorgen bij bewoners over de invloed van wind- molens op het landschap en hun leefomgeving. Zorgen over de krimp en vergrijzing in de omlig- gende dorpen langs de kust of de juist groeiende druk van het toerisme op de eilanden.

Maar er kwam een nieuw perspectief voor de bewoners langs de kust. En ook de Waddenzee is er nog in 2050, robuust en veerkrachtig. De fenomenale dynamiek van de Waddenzee heeft de zeespiegelstijging goed bij kunnen houden, en ook de komende halve eeuw zal dat het geval zijn. Zij het soms een handje geholpen door de mens, door zandsuppleties boven de eilanden en door de natuurlijke aangroei van de Waddenzee te stimuleren. Inmiddels kunnen we de zeespiegelstijging en de mate waarin de kwelders en platen mee kunnen groeien, ook beter voorspellen dan in 2018 het geval was. 

De Waddenzee is ook nog altijd de pleisterplaats voor miljoenen vogels. Een indrukwekkend gezicht, die massaliteit, die kan gedijen op de soortenrijkdom en enorme biomassa onder water en op de wadplaten. Deze is vooral te danken aan succesvolle uitbreiding van het areaal zoge- naamde biobouwers, zoals zeegras en schelpdierbanken, kraamkamers voor nieuw leven, in combinatie met meer rust op de bodem. Enkele nieuwe vissoorten hebben hun intrede gedaan. Sommige zijn herintreders, nadat ze jaren niet meer waren waargenomen, andere soorten profiteren van de hogere watertemperaturen. 

Onderweg langs de kust heb je ook gezien dat de Waddenkust een opmerkelijke transformatie heeft doorgemaakt. De rust en de ruimte, het gevoel van landschappelijke openheid en de oude historische landschappen, zijn er nog steeds. Maar in de dorpen, de havens en havensteden en op plekken langs de dijk bruist het van energie. Zo zijn langs de kust nieuwe ‘hotspots’ voor de beleving van het Werelderfgoed verschenen en vinden toeristen die de rust, het historisch landschap en de beleving van het Werelderfgoed opzoeken, hun weg. Niet overal, maar voldoende om bij te dragen aan behoud van voorzieningen en het ontstaan van nieuwe initiatieven. De havens hebben slim ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen in de energiesector, in de circulaire economie en in de ICT. Met het ‘Pact van Marrum’ in de hand hebben ze telkens gezocht naar manieren om de economie en ecologie tegelijk te versterken. De vissers zijn doorgegaan op de ingeslagen weg van verduur- zaming en regionalisering, en worden ook gezien als beheerders van het Wad. De stoere Waddenzeedijken zijn nog steeds beeldbepalend in het landschap. Soms versterkt met beproefde methoden zoals we dat een halve eeuw geleden ook al deden, op andere plaatsen zijn brede, rijke of zelfs dubbele dijken ontstaan. Uiteraard veilig, maar met ruimte voor recreatie, zilte landbouw, nieuwe landschapsbeelden of nieuwe natuur. Zo wordt nu veel breder naar de dijkzone gekeken dan vroeger het geval was. Langs de dijk heeft landbouw tijdig kunnen inspelen op de nieuwe omstandigheden. Door slim om te gaan met het beschikbare zoete water, en daar waar nodig zich aan te passen aan de verzilting met nieuwe rassen of nieuwe ‘zilte’ producten, laat de landbouw de wereld zien hoe in laaggelegen gebieden voedselproductie bij klimaatverandering mogelijk blijft. 

Op de Waddeneilanden is de recreatie en het toerisme nog steeds de belangrijkste sector, zonder daarbij de eigen unieke waarden, cultuur en leefbaarheid van de eilanden aan te tasten. Ten opzichte van 32 jaar geleden bieden de eilanden een duurzaam en hoogwaardig kwa- litatief aanbod passend bij het Werelderfgoed. Ze zijn voor andere dorpen en gemeenten in Ne- derland het voorbeeld geweest hoe de zelfvoor- ziening van energie kan worden georganiseerd. En dankzij een continue dialoog met bewoners zijn oplossingen gevonden hoe om te gaan met de zeespiegelstijging, wateroverlast en droogte. Door in gesprek te gaan met bewoners, vervoer- ders en toeristen zijn passende vervoersconcepten gevonden die de bereikbaarheid ook op de lange termijn garanderen.

Er zijn ook activiteiten gestopt met het oog op de toekomst van het Waddengebied. Met de doelstelling de CO2-emissie in 2050 met 95% terug te dringen en de ambitie in het Waddengebied om koploper te worden in de circulaire economie, is de gaswinning en andere delfstofwinning uit het Waddengebied niet meer nodig. Ook andere activiteiten in de ondergrond die kunnen leiden tot bodemdaling, zijn gestopt om voldoende te kunnen meegroeien met de zeespiegelstijging. Oude gasvelden en bijbehorende infrastructuur worden nu benut voor het balanceren van het energienet, de opslag van energie en CO2 als grondstof. 

Industriële activiteiten met grote ruimtelijke gevolgen zijn sterk geconcentreerd, waarbij clus- ters van bedrijven gebruik maken van elkaars restproducten en zo werken aan een circulaire economie. De industriële activiteiten in deze regio staan bekend om hun innovatiekracht en worden ondersteund door een innovatie- en ontwikkelprogramma waarbij economische ontwikkeling, natuurherstel en de leefbaarheid van het Waddengebied voorop staan. Deze ontwikkelingen vloeien voort uit de consensus die sinds het begin van de 21ste eeuw sterk is gegroeid: dat menselijke activiteiten moeten bijdra gen aan de kernwaarden van het gebied. Maar ook andersom: dat de economie van het Waddengebied zich kan ontwikkelen juist dankzij een veerkrachtige Waddennatuur. Dat een robuust ecologisch systeem juist mogelijkheden biedt tot economisch ‘oogsten’ en er van te genieten. De economische pijlers van het gebied profiteren van de ligging aan het Werelderfgoed. Natuur, landbouw, industrie, visserij en toerisme versterken elkaar. Mensen, plannen, projecten en ondernemingen die deze principes omarmen zijn meer dan welkom in het Waddengebied. 

Ecologie en economie zijn in het Waddengebied al sinds mensenheugenis verweven. Die wisselwerking is anno 2050 alleen maar sterker geworden. Samen zorgen ze voor een gebied waar het goed wonen is, waar voldoende werk is en waar je ook van kan genieten. Deze benade- ring is van invloed geweest op diverse ontwikkelingen zoals de energietransitie die zo’n 25-30 jaar geleden in een stroomversnelling kwam. Er is gezocht en gewerkt aan nieuwe energietechnieken die zich voegen naar de kernwaarden van het Waddengebied. Voor grootschalige energie-opwekking, buiten de bestaande clusters van haven en industriegebieden, die de ruimtebeleving sterk beïnvloeden, bleek uiteindelijk geen plaats. Dit heeft ook consequenties gehad voor de ambitie. Het Waddengebied zelf is zelfvoorzienend op het gebied van energie. Maar met de aanlanding en omzetting van energie vanaf de Noordzee via de Eemshaven en Den Helder is het Waddengebied netto-exporteur van fossielvrije energie. 

Een groot verschil met 32 jaar geleden is dat we niet alleen maar kijken vanuit de natuurfunctie van de Waddenzee, maar dat we het Waddengebied en de overgangszones tussen de zee, de kust en de eilanden breed benaderen, met alle functies die daar een plek hebben. Waar vroeger de natuur nog wel eens tegenover de economie werd geplaatst, is het sleutelwoord nu: verbinding. Verbinding tussen land en zee, verbinding tussen ecologie, economie en leefbaarheid en daarmee ook verbinding tussen bewoners, gebruikers, bedrijven, natuurorganisaties en overheden die elkaars kernwaarden respecteren en wederzijds versterken. 

Makkelijk was dat niet altijd. Sommige keuzen waren lastig. Soms door een gebrek aan kennis, soms doordat belangen moeilijk verenigbaar leken, of simpelweg door factoren die vanuit het Waddengebied moeilijk te beïnvloeden waren. Maar bewoners, ondernemers en bestuurders begrepen wat nodig was. Ze zochten elkaar telkens weer op, stimuleerden innovaties, realiseerden nieuwe vormen van samenwerking, zorgden voor een goede kennisontwikkeling en monitoring en gaven ruimte aan nieuwe initiatieven. 

Het is nu 2050. Honderd jaar geleden waren er nog plannen voor inpoldering van de Waddenzee en was het idee dat de mens de natuur maar beter kon temmen. Nu zien we natuur, economie en leefbaarheid als onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is heel veel veranderd sinds 1950. En toch ook weer niet. De dynamiek van de Waddenzee en het Waddengebied blijft. De verandering is de enige constante, die elk jaar weer nieuwe beelden laat zien. Het bleek mogelijk in 2018 een beeld van 2050 te schetsen dat richting gaf aan het handelen, zonder dat het gezien werd als een blauwdruk. 

Kernwaarden

  • Dynamische natuur van de Waddenzee inclusief overgangen naar de kust en de eilanden;
  • Rust, ruimte, stilte en duisternis;
  • Waardevolle landschappen en cultureel erfgoed in dorpen, steden, op eilanden, en in zee;
  • Visserij, havenbedrijfsleven, landbouw, energie en recreatie als sterke en innovatieve economische sectoren.