De voorbereidingen voor de grote simultaantelling van vogels langs de Oost-Atlantische Vliegroute zijn in volle gang. De telling vindt plaats in januari 2017. Afgelopen weekend kwamen verschillende landen van het Afrikaanse deel al samen om afspraken te maken over deze bijzondere vogeltelling.
De workshop was in Dakar, Senegal. In totaal waren er 14 landen aanwezig. Het gaat dan om landen als Mauritanie, Senegal, Guinee-Bissau, Ghana, Cameroon en Angola. Er werden methoden voor de vaststelling en monitoring van bedreigingen besproken. Het in kaart brengen van bedreigingen is nieuw ten opzichte van de Simultaantelling uit 2014. Daarom werd dat nu uitgebreid besproken.Daarnaast zijn er nadere afspraken gemaakt voor de aanstaande tellingen van alle wadgebieden van de hele Oost-Atlantische Vliegroute in Januari 2017.

De betrokkenheid onder de deelnemers, die zowel van regeringsinstanties als van non-gouvernementele organisatie’s afkomstig waren, was groot. Er was een duidelijk besef dat het bij trekvogels om een gezamenlijke verantwoordelijkheid gaat en dat de gebieden in Afrika in een goede gezondheid moeten zijn en blijven voor zowel Waddenzeevogels als Afrikaanse soorten.
De monitoring van van trekvogels moet internationaal afgestemd worden. Vogels die in de Waddenzee broeden en er verblijven tijdens de trektijd zitten in de winter vaak in wadgebieden langs de westkust van Afrika. Het gaat dan bijvoorbeeld om Lepelaars, Kanoeten en Dwergsterns. Een goed beheer van deze gebieden en kennis over de aantallen en omstandigheden daar zijn dus ook van groot belang voor de bescherming van “onze” vogels.
Werelderfgoed Waddenzee
De workshop is mede mogelijk gemaakt door het Programma naar een Rijke Waddenzee. De bijeenkomst is georganiseerd door Marc van Roomen van Sovon Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met Wetlands International en BirdLife International. De workshop en de grote simultaantelling in januari 2017 vinden plaats in het kader van het Wadden Sea Flyway Initiative. Een samenwerking tussen Nederland, Duitsland en Denemarken bij de aanwijzing van de Waddenzee als Werelderfgoed.