Dit nagerecht hebben we uit het geweldige boek van Annette van Ruitenburg en Ruth de Ruwe gehaald: “De smaak van Texel“. Hier staan tal van originele gerechten in met ingredienten die rechtstreeks te vinden zijn in het Waddengebied. In dit nagerecht bijvoorbeeld worden de bessen van de duindoorn gebruikt. Een zuur besje, maar door met suiker te werken, wordt het heerlijk van smaak. Het besje zit bovendien vol met vitamine C. Lekker en gezond dus.
Ingrediënten
110 gram amandelspijs
2 eetlepels duindoornjam
2 eetlepels duindoornsiroop
4 stevige appeltjes
enkele duindoorns (je zou ook cranberries kunnen gebruiken)
Bereidingswijze
Doe de duindoornjam en -siroop in een kom en meng er de amandelspijs door. Prak het goed door zodat het smeuïg is, maar niet te nat.
Hol de appels van boven uit met een appelboor. Verwijder de klokhuizen en maak eventueel met een mesje mooie streepjes op de appel. Vul de appels met het duindoornmengsel.
Zet de appels in een niet te grote ovenschaal. Giet een bodempje water en een schepje basterdsuiker in de schaal. Bak de appels tot ze gaar zijn in ongeveer 30 minuten. Ze mogen niet in elkaar storten. Schep tijdens het bakken af en toe wat suikerwater over de appels. Eet smakelijk!