Programmaorganisatie

Het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) was een organisatie die ‘ tussen de linies van beleid en beheer’ opereerde en die complementair was aan de bestaande organisaties in het Waddengebied. Het hielp de overheden, maatschappelijke organisaties, bewoners en gebruikers om het perspectief van een rijke Waddenzee dichterbij te brengen. Dit deed PRW aan de hand van vier rollen: uitdagen, aanjagen, ontwikkelen en verbinden. Met focus op transities naar natuurverbetering en duurzaam (economisch) medegebruik. Het betreft een tijdelijke schakel, die stoutmoedig was en flexibel genoeg om mee te bewegen met de veranderende uitdagingen van het gebied. Kortom, een organisatie die kon koorddansen bij wind.

Opdrachtgeverschap en betrokken partijen

Het opdrachtgeverschap van het programma was in handen van:

  • Het Rijk:
    • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
    • Staatsbosbeheer;
    • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
    • Rijkswaterstaat.
  • De Waddenprovincies:
    • Provincie Noord-Holland;
    • Provincie Fryslân;
    • Provincie Groningen.
  • De Coalitie Wadden Natuurlijk:
    • De Waddenvereniging;
    • Vogelbescherming Nederland;
    • Stichting Wad;
    • Natuurmonumenten;
    • Landschap Noord-Holland;
    • It Fryske Gea;
    • Het Groninger Landschap.

Deze opdrachtgevers leveren financiering en medewerkers aan het programmabureau van PRW. Het programma kende een jaarlijks budget van circa 1.5 miljoen euro ten behoeve van activiteiten en projecten. Dit was exclusief de inzet van medewerkers en ondersteuningskosten.

De eiland- en kustgemeenten, overige rijkspartijen, de waterschappen, bewoners en gebruikers zoals visserij, toerisme, landbouw, havens, etc. in het Waddengebied waren als belanghebbenden bij het programma betrokken. Zij waren belangrijk voor inbreng, draagvlak, acceptatie en uitvoering. Zij konden om inzet van het PRW verzoeken, mits ze daar middelen voor beschikbaar stellen.

Governance

Het programma was alleen succesvol als zij binnen het kader van de opdracht meebeweegt in het veld en in goede verbinding staat met haar opdrachtgevers en belanghebbenden. Het is een netwerk(organisatie) die in opdracht werkte en aanvullend is aan bestaande structuren. Het bestond uit mensen die verbindingen leggen binnen en buiten de (Wadden)organisaties en in wisselende samenstellingen toegevoegde waarde leverden; niet op basis van een taak maar vanuit de rollen van het programma. De dynamiek van het programma vroeg om een lichte, flexibele en wendbare sturing, bestaande uit:

  • Raad van Toezicht. Bestaande uit een collectief van opdrachtgevers die eindverantwoordelijk waren voor het bereiken van het perspectief en die toezicht hield op het werk dat PRW uitvoerde;
  • Programmabureau. Een programmabureau bestaande uit een kernteam en een programmateam dat als opdrachtnemer functioneerde. Zij opereerden in en zijn verbonden aan een brede omgeving. De kracht zat in het samenspel. Het kernteam fungeerde als primaire opdrachtnemer voor de gezamenlijke opdrachtgevers en stuurde op het perspectief, de samenhang tussen de pijlers en jaagde de activiteiten en projecten aan. Zij waren de spil van het programma. Het programmateam was een dynamische groep mensen die van samenstelling wisselde. Dit team bestond uit deskundigen/professionals. Het programmateam werkte nauw samen en werd aangestuurd door het kernteam.

Kernwaarden, werkvormen en competenties

Het programma hanteerde in haar werk de volgende kernwaarden:

  • Transparant en doelgericht;
  • Creatief en innovatief;
  • Sensitief voor signalen van buiten en binnen;
  • Het vermogen tot (zelf)reflectie.

Het programma werkte op verschillende manieren samen. Daarbij stond ‘leren door doen’ voorop en stond het programma altijd open voor innovatieve werkvormen om haar doelen te halen. Men kan hierbij denken aan hackathons, kennistafels, scrum en agile, maar het palet was nog veel groter en werd steeds opnieuw bekeken om de vorm te vinden die passend was. Daarnaast betrok PRW actief de omgeving in het werk dat zij deed.

Het werken in een netwerk(organisatie) vroeg om wendbare, open en bevlogen medewerkers die goed konden schakelen op inhoud, proces en relatie. De volgende eigenschappen (interventiestijlen) waren van toepassing:

  • Betrokken bij het (doel van het) programma. Zowel professioneel als persoonlijk. PRW bestond uit bevlogen mensen die niettemin met beide benen op de grond stonden en eigen verantwoordelijkheid namen;
  • Complementair- en ondernemend handelen was hun tweede natuur. De PRW’er is bestuurlijk- en omgevingssensitief, kon goed luisteren en zocht samen met anderen naar manieren om toegevoegde waarde te leveren;
  • Inhoudelijk en menselijk. PRW’ers verstonden hun vak en hadden verstand van inhoudelijke aspecten van de Waddenecologie en -economie, maar hadden tegelijkertijd veel gevoel voor wat mensen en bestuurders beweegt en doet bewegen;
  • Onzichtbaar daadkrachtig. Er moest namelijk wel vooruitgang worden geboekt. PRW’ers waren resultaatgericht, breken barrières waar nodig. Maar uiteraard wel op een subtiele hands-on manier en met draagvlak bij de opdrachtgevers en belanghebbenden.