Waddenslib moet akkers in Veenkoloniën verbeteren

dinsdag 3 maart 2015

Vier akkerbouwers en één veehouder in de Veenkoloniën laten deze maand in het kader van de pilot ‘Waddenslib voor zandgrond’ baggerslib uit de Eemshaven over hun land uitrijden. Zij hopen dat het slib helpt om de bodemkwaliteit op hun akkers te verbeteren. Het gaat om een proef, die een eerste aanzet is om aan baggerslib economische waarde toe te kennen. Tegelijk wordt zo een bijdrage geleverd aan een betere ecologische kwaliteit van het Eems-estuarium.

Geen verstuiving meer
De dunne laag slib die wordt uitgereden op de Veenkoloniale zandgronden moet onder meer verstuiving van de zandgronden tegengaan en vocht vasthouden. Daarnaast is er bij boeren op zandgronden een grote behoefte aan lutum (kleine kleideeltjes) in de grond voor een betere bodemstructuur en ook natrium, dat nu veelal via meststoffen wordt toegevoegd. Slib bevat kleideeltjes en is een natuurlijke bron van natrium en andere organische stoffen.

Vijf jaar onderzoek
De pilot is een uitvloeisel van een werksessie en een workshop die vorig jaar zijn gehouden. Daarin werden de resultaten van vijf jaar onderzoek naar het effect van het bagger- en verspreidingsregime op de vertroebeling in het Eems-estuarium gepresenteerd. Ook werden er mogelijkheden verkend om baggerslib als grondstof nuttig her te gebruiken.

Vertroebeling van het water
Nu wordt al het slib dat in de Eemshaven bezinkt en jaarlijks wordt opgebaggerd nog verspreid in zee. Dat leidt tot vertroebeling van het water in het kwetsbare ecosysteem. Als meest kansrijke toepassingen voor hergebruik kwamen natuurontwikkeling in combinatie met kweldervorming en het gebruik van baggerslib voor ophoging van dijken naar voren.

Grondverbeteraar
Verrassend genoeg, ook voor projectleider Monique van den Dungen van Groningen Seaports, wordt het spits afgebeten door een pilot waarin de kansen van waddenslib als grondverbeteraar op zandgronden wordt onderzocht.  Van den Dungen: “De bureaus Ringadvies en De Biogeoloog, adviseurs die met het Praktijknetwerk klei voor de Veenkoloniën al verschillende grondverbeteringsprojecten op zandgronden begeleiden, gaven aan mogelijkheden te zien. Daarna is het balletje snel gaan rollen, ook al omdat het slib uiterlijk half maart op het land gebracht moet zijn.” Gehoopt wordt dat daarmee eind deze maand kan worden gestart. “Dat is mede afhankelijk van het weer en de vergunningverlening door de vijf gemeenten waarmee we te maken hebben.”

Bijdragen
Naast Ringadvies en De Biogeoloog nemen Groningen Seaports, Baggerbedrijf De Boer en Smals Dredging deel in de pilot. Zij zorgen voor baggeren, transport en verspreiding van het slib. De provincie Groningen en Rijkswaterstaat dragen elk € 30.000 bij in het ruim een ton kostende project. De rest komt van het bedrijfsleven. PRW draagt bij via ondersteuning van de projectleider E&E.

Eindrapport
In januari 2016 moet het eindrapport worden opgeleverd. Maar Van den Dungen hoopt al in augustus te weten hoe gewas en gras reageren op het slib. “Daarmee mag het in ieder geval niet slechter gaan dan met de gewassen op grond waar geen slib is aangebracht. Dat zou al een positief resultaat zijn.”

Slib als grondstof
Voor de andere mogelijke toepassingen van slib als grondstof staan ook pilots op stapel. Later dit jaar volgt een praktijkproef Dijkversterking, terwijl naar verwachting begin 2016 – gelijktijdig met de start van de kwelderaanleg in het kader van het Marconi-project in Delfzijl – de praktijkproef Natuurherstel van start gaat. Daarin wordt slib wordt gebruikt voor de aanleg van nieuwe kwelders.