Mosselbankherstel Feugelpôlle met ‘kokoskratjes’

donderdag 27 maart 2014

Mosselbankherstel Feugelpôlle met ‘kokoskratjes’

De derde en laatste maatregel van het experiment ‘Natuurlijke klimaatbuffers’ op Zuidwest-Ameland wordt vandaag afgerond. Op experimentele wijze wordt op drie proeflocaties bij de Feugelpôlle substraat aangelegd. Hierop kunnen zich onder andere mossellarven vestigen, die mogelijk uitgroeien tot mosselbanken. Deze moeten de Feugelpôlle beschermen. 

Er worden twee types substraat getest: een combinatie met naaldhout en kokosmat en biologisch afbreekbare kratjes, gemaakt van aardappelzetmeel. Het project moet zorgen voor meer kennis over de combinatie van natuurbehoud en kustverdediging van het eiland.

Spreiding kratjes
In 2012 en 2013 zijn de eerste twee maatregelen uitgevoerd. De eerste maatregel betrof het aanbrengen van een kleidam met kleischelpenlaag aan de voet van de Feugelpôlle. De tweede maatregel was het plaatsen van rijshoutendammen. 

Bij dit derde experiment wordt de deskundigheid van Rijkswaterstaat en de kennis van het project Waddensleutels benut. De kratjes zijn op drie locaties geplaatst. De omvang per proefvlak is 56 meter lang en 25 meter breed. De betrokken organisaties monitoren alledrie de maatregelen tot 2022.

Uiteindelijk doel is dat de Feugelpôlle tijd krijgt om zich aan te passen en oostwaarts te verplaatsen binnen de altijd veranderende Waddenzee. De drie experimentele maatregelen leveren, ook als dat niet lukt, een schat aan informatie op over kustontwikkeling in dit gedeelte van de Waddenzee.

Onderdeel landelijk innovatieprogramma ‘Natuurlijke Klimaatbuffers’
Om ervaring op te doen met natuurlijke klimaatbuffers zijn acht partijen (Staatsbosbeheer, Wetterskip Fryslân, Ministerie van I&M, Rijkswaterstaat, gemeente Ameland, Programma naar een Rijke Waddenzee, de Waddenvereniging en de vogelwacht Hollum-Ballum) het project ‘Klimaatbuffer Zuidwest Ameland’ gestart. Dit experiment is onderdeel van het landelijk innovatieprogramma ‘Natuurlijke Klimaatbuffers’.