Waddenzee zwakke schakel in internationale route van trekvogels

donderdag 17 september 2015

De Waddenzee blijkt een belangrijke zwakke schakel te zijn in de Oost-Atlantische route van trekvogels. Deze route loopt van het Arctische gebied, langs de kust tot aan Zuid-Afrika. Hoe meer een trekvogel afhankelijk is van de Waddenzee, hoe slechter het met de vogel gaat. Vooral vogels die in de Waddenzee broeden, zijn erg kwetsbaar. Niet met alle wadvogels gaat het slecht, onder meer een aantal visetende vogels laat juist een stijgende trend zien.

Dit blijkt uit onderzoek naar de aantallen trekvogels langs de Oost-Atlantische vliegroute in 2014. Het is voor het eerst dat vogels zo grootschalig tegelijkertijd langs de gehele Flyway zijn geteld. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW), als onderdeel van het Wadden Sea Flyway Initiative (WSFI). Dit WSFI is een samenwerkingsverband waarbij veel partijen betrokken zijn uit de drie Waddenzeelanden en verder langs de Flyway.

Unieke telling
In 2014 telden zo’n 1500 vogelaars in 30 landen een kleine 15 miljoen vogels. Deze telling was uniek. Nooit eerder werden er op zo’n grote schaal simultaan vogels geteld. Vervolgens zijn de data van deze integrale telling vergeleken met alle losse tellingen die er vanaf 1980 zijn geweest. De analyse van al deze data is nu, na een jaar onderzoek, afgerond.

Dat het slecht gaat met een aantal wadvogels is niet een nieuw fenomeen. Dit wordt al langer gesignaleerd. Het nieuwe van dit onderzoek is dat de Waddenzee ook internationaal gezien, binnen deze Flyway, slecht scoort. Een trekvogel is namelijk slechts een gedeelte van het jaar in de Waddenzee. Op andere momenten is hij ergens anders; in Afrika bijvoorbeeld of juist in Scandinavië. De onderzoekers constateren nu dat in veel gevallen geldt dat hoe sterker de binding (o.a. voedsel, rust, broedplek) van de vogel is met de Waddenzee, hoe slechter het met deze soort gaat. Het gaat dan bijvoorbeeld om de rotgans en de scholekster.

Het onderzoek geeft géén antwoord op de vraag waarom het nu slechter gaat met vogels in de Waddenzee. Op basis van eerder gepubliceerde artikelen, vinden de onderzoekers het aannemelijk dat lokale factoren hier een grote rol spelen. Het gaat dan onder meer om predatie, overstromen van broedplekken en afname van het voedselaanbod.

Nieuwe inzichten
Het belangrijkste doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen hoe het gaat met vogels langs de gehele Oost-Atlantische trekroute, zodat we beter kunnen bepalen waar een vogelsoort het beste geholpen kan worden. ,,Door de integrale telling in 2014 hebben we nieuwe inzichten gekregen. Het is een alarmerend signaal”, stelt Manon Tentij namens PRW. ,,De inzet is nu om deze telling in de toekomst vaker en regelmatig te houden. Zo worden de cijfers steeds betrouwbaarder. Dan maken we de bescherming van vogels effectiever.” Deze aanpak wordt van harte ondersteund door BirdLife en Wetlands International.

Maatregelen
Het Programma naar een Rijke Waddenzee werkt op dit moment al aan maatregelen om de vogelstand in de Waddenzee te verbeteren. Zo vindt er dynamische zonering plaats en er is gastheerschap op de Wadden. Tevens wordt er gewerkt aan het behoud en realiseren van klimaatrobuuste vogeleilanden in de Waddenzee. Ook wordt er gekeken naar effectieve maatregelen om predatie te verminderen. Onder de vlag van het WFSI wordt verder bekeken hoe nu en in de toekomst  knelpunten aangepakt kunnen worden.

Rijke Waddenzee
Het Programma naar een Rijke Waddenzee  werkt aan natuurherstel in de Waddenzee. Tal van partijen zetten zich via dit samenwerkingsverband in voor dit Werelderfgoedgebied, zoals het ministerie van EZ, Rijkswaterstaat, De Coalitie Wadden Natuurlijk, de drie Waddenprovincies en gebruikers van het Wad.