Stevige Noorderwind

woensdag 22 maart 2017

Op 14 januari telden de vaste telploegen de watervogels in het Nederlandse Waddengebied. Een straffe noordwestenwind met zware regen- en hagelbuien weerhield de tellers er niet van om zich te verspreiden over alle Waddeneilanden en langs de vaste wal. Van sommige soorten werden hoge aantallen vastgesteld.

Van tevoren was het spannend of de telling wel door kon gaan. Met windkracht 6 en hoog water is een telling op onder andere de Boschplaat van Terschelling of in de zomerpolders langs de Friese kust bepaald niet makkelijk. Toch lukte het alle tellers om hun gebied tijdens hoogwater geteld te krijgen.

Met hoogwater verblijven steltlopers op de hoogste gedeelten langs de Waddenkust, de zogenaamde hoogwatervluchtplaatsen. Vrijwilligers moesten tot hun middel door het koude water en trotseerden stevige buien om ook goed zicht te krijgen op deze plekken. De warme koffie smaakte daarna wel extra goed.

Hoge aantallen
Van bijna alle telgebieden zijn de gegevens inmiddels ingevoerd via de website van Sovon. Dat levert al een goed beeld op van de aantallen per soort en hoe die zich verhouden tot voorgaande jaren:

  • Uitzonderlijk hoog waren de aantallen goudplevieren (circa. 23.000) en bontbekplevieren (circa 175). Ook opvallend was het erg hoge aantal van bijna 5.300 steenlopers, die vanwege het weer vooral naar de polders terugkeren in plaats van buitendijks.
  • Bij de strandlopers vielen kanoet en drieteenstrandloper op. Er werden ruim 81.000 kanoeten gezien, een getal dat ver uitstijgt boven het gemiddelde van de laatste 10 jaar.
  • De ruim 13.000 drieteenstrandlopers waren er meer dan elke januari-telling sinds 2008. Deze soort doet het al jaren het beste van alle noordelijke steltlopers en neemt duidelijk toe.
  • De meest algemene steltloper blijft de bonte strandloper, waarvan er 167.000 werden gezien, een vrij gemiddeld beeld.

Sovon
Hoewel Waddenzee en Deltagebied beschermd worden namens de Europese Vogelrichtlijn, vinden er nog altijd ontwikkelingen plaats die negatieve gevolgen hebben voor vogels. Het is zaak voortdurend een vinger aan de pols te houden, niet alleen door vogeltellingen maar ook door nader onderzoek.