Gedrag vis in kaart gebracht voor Vismigratierivier

woensdag 23 juli 2014

Wat wil de vis? Dat was de belangrijkste vraag bij een uitgebreide inventarisatie van de eisen die de verschillende vissoorten stellen aan een vismigratievoorziening. Deze kennis wordt gebruikt voor de verdere planuitwerking van de Vismigratierivier door de Afsluitdijk.

Het onderzoek “Vismigratierivier: Bronnenonderzoek naar gedrag van vis rond zoet-zout overgangen” is uitgevoerd door IMARES Wageningen UR in opdracht van De Nieuwe Afsluitdijk en het Programma naar een Rijke Wadenzee. Het geeft een overzicht van de wereldwijde kennis op het gebied van vismigratie en richt zich met name op de 13 doelsoorten van de Vismigratierivier.

Uit het onderzoek blijkt ondermeer dat de doelsoorten het hele jaar door gebruiken moeten kunnen maken van de Vismigratierivier voor een optimale werking. De zalm heeft bijvoorbeeld een voorkeur voor de zomermaanden en de herfst, maar zal in de winter amper in de buurt zijn van de Afsluitdijk. De rivierprik heeft juist weer een voorkeur voor de winter om de vismigratierivier te passeren.

Dag en nacht
Daarnaast moet de Vismigratierivier ook dag en nacht open kunnen. Ook dit komt de effectiviteit ten goede. De driedoornige stekelbaars heeft bijvoorbeeld een zeer sterke voorkeur voor de nacht. Maar Bot heeft bijvoorbeeld een voorkeur voor de dag, hoewel deze vis ook regelmatig ’s nachts zal willen zwemmen door een eventuele vismigratierivier.

De onderzoekers schatten in dat de vissen, als ze eenmaal in de Vismigratierivier zwemmen,  er makkelijk door heen gaan zwemmen. Als ook de vindbaarheid van de Vismigratierivier wordt ge-optimaliseerd worden positieve effecten verwacht op de populaties van de doelsoorten;

+ Voor de zwakke zwemmers bot, driedoornige stekelbaars en (anadrome) spiering wordt een substantiële toename verwacht in de populatie.
+Voor sterke zwemmers als steur, zalm, elft, aal, houting, rivierprik zeeforel en zeeprik kan de opening door de Afsluitdijk zelfs bijdragen aan een herstel van deze populaties.
+ Voor de fint, die hoge eisen stelt aan estuaria, zal de Vismigratierivier weliswaar passeerbaar zijn maar waarschijnlijk niet groot genoeg om te kunnen paaien en opgroeien.

Vervolgonderzoek en uitwerking
De bevindingen uit het rapport worden (en zijn al) meegenomen in de verdere planuitwerking van de Vismigratierivier. Naar de openstaande vragen wordt nader onderzoek uitgevoerd. Dit najaar valt er een beslissing of de plannen rondom de Vismigratierivier ook in uitvoering worden gezet.

DOWNLOAD: Bronnenonderzoek naar gedrag van vis rond zoet-zout overgangen (PDF 8.9 Mb).