Achtergrond: Garnalenvissers luidden noodklok

vrijdag 20 september 2013

Een aantal garnalenvissers hebben donderdagmiddag (19 september) op het Binnenhof in Den Haag letterlijk de noodklok geluid. De aanwezige vissers zijn boos, omdat bepaalde delen van de Noordzee worden afgesloten. Het klokgeluid trok de aandacht van staatssecretaris Sharon Dijksma, die een kijkje kwam nemen. Zij zegde toe dat ze binnenkort om tafel gaat met de vissers

De sluiting van belangrijke visgebieden in de Noordzeekustzone (VIBEG) heeft ook een invloed op de besprekingen van een duurzame garnalenvisserij in de Waddenzee, het zogenaamde VisWad. 

Visserij, natuurorganisaties en overheden praten in het kader van het traject VisWad al geruime tijd over de toekomstige ontwikkeling en inbedding van de garnalenvisserij in de Waddenzee. Het Programma naar een Rijke Waddenzee begeleidt dit proces.  Afspraken zijn ondermeer nodig om te kunnen voldoen aan de vereisten van Natura2000-doelen en de doelen van een Rijke Waddenzee voor natuur en gebruikers van het Wad.

Tijdsdruk
De kern van deze besprekingen wordt gevormd door een programma van beschermde gebieden, investeringen in duurzame technieken en afspraken over de ontwikkeling van een beheerste visserij. Omdat per 1 januari 2014 nieuwe vergunningen nodig zijn, zit er druk op de onderhandelingen en moeten deze op afzienbare termijn worden afgerond. Dat is niet eenvoudig. Zeker omdat in de Noordzeekustzone belangrijke visgebieden worden gesloten (VIBEG). Hierover verschijnen de laatste tijd veel berichten in de media. 

Maar ook voor de Waddenzee is het spannend. In de komende weken moet duidelijk worden of alle partners in de onderhandelingen de afspraken kunnen onderschrijven. Een voorwaarde hiervoor is er op korte termijn ook garanties kunnen worden gegeven voor de financiële dekking voor uitvoering van de maatregelen. Daarvoor staan overheden en sector aan de lat.

Het Programma naar een Rijke Waddenzee ondersteunt het VisWad-traject, omdat de afspraken bijdragen aan een rijke Waddenzee en een duurzame toekomst voor de sector.