Europese fondsen voor Waddengebied

dinsdag 9 juni 2020

De coronacrisis maakt heel wat los, zo ook in Brussel. In een tijd waarin de nieuwe zeven-jaarlijkse begroting (2021-2027) had moeten worden uit onderhandeld –  een activiteit die toch al opgezadeld werd met Brexit, geopolitieke spanningen en ‘lastige’ lidstaten – komt daar nu ook de onzekerheid van de COVID-19 crisis bij. De financiële tekentafels lijken voorlopig plaatsgemaakt te hebben voor versoepelde begrotingsregels en steunpakketten. Wat moet er dan worden van de ambitieuze Europese plannen? Op een recente informatiebijeenkomst werd aan vertegenwoordigers van het Europese klimaat- en milieufonds (LIFE) gevraagd hoe de wereld van de cofinanciering er straks uitziet met of na corona. Het antwoord: we weten het niet maar gaan alles op alles zetten.

groenste continent van de wereld

Aan de ambitie van de Europese plannen is geen twijfel mogelijk. De Von der Leyen commissie stelt hierbij klimaat- en duurzaamheidsdoelen centraal. Europa moet het groenste continent van de wereld worden. Met de gelijknamige Europese Green Deal gaat de Commissie niet alleen verbale commitments aan, maar hoopt het door heel Europa de inzet op klimaat, milieu en duurzaamheid mede te kunnen financieren. Hiermee worden bestaande financiële instrumenten geladen en zelfs nieuwe financiële instrumenten gecreëerd.

Dat is dus reden voor partijen in het Waddengebied om op te letten. Het Waddengebied kent vele uitdagingen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en duurzaamheid, daarnaast zijn thema’s als leefbaarheid en mobiliteit belangrijk. In de nieuwe Europese fondsenperiode is er niet alleen ruimte voor deze thema’s, maar is er zelfs een duidelijke accentverzwaring waar te nemen. Hoe kunnen partijen in het Waddengebied die benutten op een manier die het gebied ten bate komt?

Waddengebied laboratorium voor Europese doelen

Als de commissie haar ambitieuze Green Deal wil verwezenlijken, dan kan het dat alleen doen met behulp van regio’s en gebieden waar deze thema’s relevant zijn en waar de wilskracht en vaardigheden zijn (en een beetje opportunisme) om wat aan deze problemen te doen. Het Waddengebied moet slim gepositioneerd worden als laboratorium voor grote Europese doelen, omdat dat kan en daar kansen liggen. Dat betekent niet dat we het Waddengebied slechts in moeten zetten als proeftuin voor doelstellingen van Brusselse instituten, maar dat we als gebied slim gebruik moeten maken van de duidelijke overlap in belangrijke thema’s en transities op regionaal (Wadden/trilateraal) en Europees niveau. De inzet zou moeten zijn om transities in het Waddengebied, waar op lokaal, provinciaal en nationaal niveau ook aandacht voor is, beter te geleiden, te optimaliseren en te versnellen met behulp van Europese cofinanciering.

Het Programma naar een Rijke Waddenzee doet daarop momenteel voorwerk voor het gebied. Als stagiair breng ik, in samenwerking met zowel Wadden- als subsidiekenners, kansen voor de Wadden in kaart door inhoudelijke thema’s te verkennen en te verbinden aan doelstellingen van Europese fondsenprogramma’s. Ergens dit jaar volgt daaruit een rapportage met de gedane bevindingen.

Als inspiratie en aansporing zal de komende weken ook door ons gewerkt worden aan een podcast-serie over Europese fondsenkansen voor het Waddengebied. Dus, wordt vervolgd!

Over de schrijver van deze blog

Jochem is als stagiair betrokken bij het Programma naar een Rijke Waddenzee. Hij is Masterstudent International Security aan de Rijksuniversiteit Groningen en daarnaast als vice-secretaris-generaal werkzaam bij de stichting TEIMUN, een studentenorganisatie die internationale simulaties van diplomatieke organen organiseert. Bij PRW verkent Jochem de relatie tussen opgaven in de Wadden en doelstellingen van Europese fondsenprogramma’s in samenwerking met partijen in het gebied. Als u suggesties of vragen heeft dan kunt u hem bereiken via lammersma.j@gmail.com.