Reacties op: Doen of laten https://rijkewaddenzee.nl/blogs/doen-of-laten/ Samen gaan we op weg naar een veerkrachtig en duurzaam waddengebied Mon, 24 Aug 2020 09:32:38 +0000 hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.1 Door: Martin Baptist https://rijkewaddenzee.nl/blogs/doen-of-laten/#comment-5 Fri, 26 Apr 2019 10:10:42 +0000 https://rijkewaddenzee.nl/?post_type=blogs&p=4935#comment-5 De titel van dit betoog lijkt ons een dichotome keuze te geven: ‘doen’ of ‘laten’. Het blijkt al snel dat er veel meer tinten nuancering bestaan en dat klopt helemaal. Het beheer van de Waddenzee is volgens mij een mooi voorbeeld van een ‘wicked problem’, of in het Nederlands, een ongestructureerd probleem (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ongestructureerd_probleem). Firet probeert structuur en houvast te krijgen door middel van de vier kijkrichtingen voor de natuurverkenningen van het PBL. Hier blijkt dat er geen keuze voor één van de vier kijkrichtingen is te maken: “De Waddenzeenatuur komt [volgens Firet] het dichtst bij de kijkrichting vitale natuur, innig vervlochten met elementen van beleefbare natuur en functionele natuur”. Het primaat ligt dus bij vitale natuur, en de keuze tussen doen of laten gaat volgens Firet om de mate van kiezen voor beleefbare natuur en/of functionele natuur. Hij eindigt zijn betoog met een voorstel om te werken langs een trits: 1. is of krijgen we de basis op orde, 2. kunnen leefgebieden of populaties zelf weer herstellen als menselijk gebruik in balans is met het ecosysteem en 3. toevoegen van leefgebieden wanneer er een tekort is of dreigt te ontstaan. Tot slot wordt de trits uitgewerkt in acties, waarbij Firet dus kiest voor ‘doen’.

Wat ik niet duidelijk vind in dit betoog is dat er wordt gesteld dat dialoog nodig is over de mate waarin er ruimte is voor beleefbare natuur en functionele natuur, maar dat de trits van Firet hier geen houvast biedt. De trits gaat namelijk over de mate van kiezen binnen de kijkrichting vitale natuur. En ook hierin zie ik een manco. Ik lees in Firet’s betoog een visie waarin abiotische randvoorwaarden leidend zijn voor biologisch herstel. De trits begint met de dynamische basis, en loopt via zelfherstel naar toevoegen van leefgebieden. Maar natuurbeherende instanties zijn bezig met vele (andere) vormen van actief beheer. Ik zie bijvoorbeeld in de trits van Firet niet het introduceren van soorten genoemd. Terwijl diverse partijen, waaronder PRW, druk zijn met introductie van zeegras, zeeforel en platte oester en er wordt gewerkt aan het actief aanbrengen van harde structuren zodat de soortdiversiteit kan toenemen. Passen dergelijke acties niet in Firet’s visie, en hoe verhoudt zich dat tot PRW vraag ik me dan af.

Ik wil teruggrijpen op de eind 2018 overleden Wim Wolff. Hij was hoofdauteur van een in 1984 verschenen rapport van de Ekologische Werkgroep Beheersvisie Waddenzeegebied. Hierin is beschreven vanuit welke beheerdoelstellingen de opgave van natuurbeheer in algemene zin kan worden verwezenlijkt:
1. Het streven naar een toestand die zoveel mogelijk gelijk is aan de situatie in een bepaald uitgangsjaar.
2. Het streven naar een toestand die zo rijk mogelijk is aan biotopen en soorten planten en dieren.
3. Het streven naar een situatie met een verhoogde voedselrijkdom, waardoor zo groot mogelijke aantallen individuen van bijvoorbeeld vissen en vogels voorkomen.
4. Het streven naar een toestand die zo natuurlijk mogelijk is.
5. Het streven naar een toestand waarin een zo groot mogelijke bijdrage wordt geleverd aan het behoud van in hun voortbestaan bedreigde processen, structuren en soorten planten en dieren.

Door de Ekologische Werkgroep werd een nadere uitwerking gemaakt voor het Waddengebied, waarbij werd gekozen voor een combinatie van de doelstellingen (4) en (5). De huidige situatie (1) werd als vertrekpunt gekozen zonder dat dit een na te streven uitgangstoestand is, immers, dit werd als ongewenst beschouwd omdat dit de mogelijkheid op ‘betere’ situaties zou kunnen afsnijden. Doelstelling (4) werd gekozen omdat “uit de ekologie valt af te leiden dat natuurlijk verlopende processen in een gebied als de Waddenzee ‘vanzelf’ leiden tot hoog gewaardeerde ekosystemen”, en doelstelling (5) diende om in noodgevallen te kunnen bijsturen op bedreigde soorten. Er werd afgezien van doelstelling (2) omdat dit in veel gevallen aanzienlijke ingrepen in de bestaande situatie (waterhuishouding, geomorfologie, agrarisch beheer etc.) en hoge kosten met zich mee zal brengen. Aan doelstelling (3) was geen behoefte vanuit het oogpunt van natuurbeheer. De voordelen zouden alleen op het vlak van de visserij, de jacht en wellicht de recreatie kunnen liggen, en verhoging van de voedselrijkdom bracht onzekere en nadelige effecten met zich mee. De doelstelling voor het beheer van de Waddenzee als natuurgebied luidde derhalve in 1984: “Het zoveel mogelijk ongestoord laten verlopen van alle natuurlijke processen die zich in het Waddenzeegebied afspelen, zodat alle strukturen, soorten planten en dieren die van nature in het Waddenzeegebied thuishoren, zich daar kunnen handhaven, ontwikkelen of herstellen, waarbij ondersteunende maatregelen worden getroffen voor bedreigde organismen. Daarbij kunnen op de natuur afgestemde menselijke aktiviteiten worden ingepast”.

Terug naar het hier en nu. Het streefbeeld van een Rijke Waddenzee van PRW draagt naar mijn mening bij aan een verschuiving in het beheer in de richting van doelstelling (2): Het streven naar een toestand die zo rijk mogelijk is aan biotopen en soorten planten en dieren. Ik zie dat er een verschuiving is ontstaan van ‘ongestoorde natuurlijke processen met ondersteuning voor bedreigde organismen’ naar een door de mens gestuurd natuurbeheer voor de Waddenzee, te vergelijken met wat men doet in een natuurreservaat om een gewenste toestand te bereiken. Er wordt niet langer teruggedeinsd voor grote ingrepen, en hoge kosten zijn ook geen bezwaar want sinds de invoering van het Waddenfonds (2006) zijn er grote geldbedragen beschikbaar die kunnen worden besteed aan natuurherstelmaatregelen. Nu zijn we terug naar waar de schoen wringt: welke keuzes maak je in een natuurherstelprogramma? Ik vind de trits van Firet hierin best wel behoudend en meer passend bij de beheervisie van Wolff dan bij het programma van PRW.

Martin Baptist
Marien ecoloog, WUR.

P.S. Binnen de natuurverkenningen van PBL is destijds ook een uitwerking gemaakt in vier kijkrichtingen voor de mariene natuur, zie http://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/189177.

]]>