Eindrapportage Waddenhuisberaad aangeboden aan I&M

donderdag 21 juli 2016

Hoe werken menselijke activiteiten in op het ecosysteem van de Waddenzee? Welke relatieve rangorde (‘ranking’) hebben deze activiteiten in twee domeinen, het Waddenzee-ecosysteem enerzijds en de economische en sociaal-culturele waarden binnen en buiten het Waddengebied anderzijds? En hoe kunnen  deze activiteiten zodanig plaatsvinden dat ze passen binnen het UNESCO Werelderfgoed Waddenzee?

Over deze vragen bogen 25 wetenschappelijke experts zich tijdens het Waddenhuisberaad. Dit werd gehouden op 25 februari 2016 in het Huis voor de Wadden in Leeuwarden. Door de ecologische en de economische en sociaal-culturele domeinen met elkaar in verband te brengen is de  (nog altijd vaak bestaande) spanning tussen aan de ene kant de bescherming van het ecosysteem en aan de andere kant de economische en sociaal-culturele menselijke activiteiten expliciet in beeld gebracht.

Het Waddenhuisberaad is de opvolger van het Fryske Akademy Beraad uit 2004. Het Waddenhuisberaad werd georganiseerd door het Programma naar een Rijke Waddenzee en de Waddenacademie in opdracht van  het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Na het beraad van februari zijn er meerdere aanpassingsrondes geweest. De eindrapportage is nu afgerond en vandaag aan het Ministerie van I&M aangeboden.

Enkele belangrijke conclusies
Op basis van een trapsgewijze methode, die uitgebreid staat beschreven in het volledige verslag, zijn de experts gekomen tot een rangschikking van activiteiten die inwerken op het ecosysteem van de Waddenzee.

Klimaatverandering zorgt voor drie verschillende effecten, die alle individueel hoog scoren, te weten ‘Versnelde zeespiegelstijging’, ‘Meer stormen’ en ‘Stijging van de watertemperatuur’. Het geaccumuleerde effect van klimaatverandering wordt door de experts als zeer schadelijk beoordeeld.

Van een aantal visserij-activiteiten wordt geoordeeld dat deze een grote negatieve invloed hebben op het ecosysteem van de Waddenzee. De visserijvormen Garnalenvisserij, Noordzeevisserij, Mosselvisserij en Sleepnetvisserij scoren relatief hoog. Opvallend hierbij is dat de inschaling van de wetenschappers een hoge spreiding laat zien. Binnen deze groep valt met name de score voor de Noordzeevisserij op, want deze vindt niet binnen de Waddenzee plaats. De andere visserijvormen betreffen activiteiten die in de Waddenzee plaatsvinden en alleen daarvoor beoordeeld zijn. De verklaring voor de hoge score voor de Noordzeevisserij is dat relatief veel experts veronderstellen dat er een doorwerking is naar het voedselweb van de Waddenzee. Bij de Garnalenvisserij hebben de experts de gevolgen van het Viswad convenant niet kunnen meenemen, aangezien dit convenant nog te weinig uitgewerkt bleek.

De experts zijn van oordeel dat de grootste positieve impact op welvaart en welzijn in het Waddengebied wordt veroorzaakt door Havenactiviteiten, Toerisme, de Veerverbindingen en de Vaargeulen (baggeren/onderhoud). Daarna volgen Zandsuppleties, Kabels en Leidingen (aanleg en onderhoud), de Bruine Vloot Vaart, de Privé-vaart, Windenenergie en de Garnalenvisserij. Het toerisme op de eilanden, de veerverbindingen (exclusief baggeren) en de bruine vloot scoren relatief laag op ecologische impact, terwijl deze onderwerpen een hoge economisch/sociaal-culturele waarde hebben.

Vervolgtraject
Het Ministerie van I&M zal het eindrapport van het Waddenhuisberaad als input gebruiken voor het vervolgproces van de Structuurvisie Waddenzee.  Daarnaast zullen ook andere relevante (beleidsmatige en wetenschappelijke) rapporten door het ministerie worden gebruikt als bijdrage aan de verdere  beleidsontwikkeling. Het ministerie heeft tevens laten weten dat de resultaten van het Waddenhuisberaad waardevol kunnen zijn bij het globaal richting geven aan de lange-termijn doelstellingen van de opvolger van de Structuurvisie. Tenslotte heeft het ministerie aangegeven dat indien ten aanzien van bepaalde onderdelen van het Waddenhuisberaad de meningen van de experts grote variatie vertonen en de uitkomsten ook door de stakeholders worden betwist nader onderzoek en overleg noodzakelijk is voor een stevige onderbouwing van toekomstige beleidsafwegingen.