Buitengewone biologie van buitendelta ’s Waddenzee

maandag 12 september 2016

Over de buitendelta’s van de Waddenzee is morfologisch veel bekend, maar ecologisch veel minder. IMARES heeft daarom in opdracht van het Ministerie van EZ een quickscan gedaan om  door middel van literatuurstudie een overzicht te geven van het functioneren van de buitendelta’s. De nadruk ligt hier bij op het biologische systeem en de relatie tot plannen voor zandsuppleties.

Voor tarbot en griet zouden de buitendelta’s een belangrijk leefgebied kunnen zijn, maar surveys in deze delen van de Noordzeekustzone worden niet standaard gedaan. Zandspieringen prefereren bodems van grof zand met veel zuurstof en voor hen lijken de buitendelta’s een ideaal habitat. Een andere groep vissen waarvoor de buitendelta’s mogelijk belangrijk zijn, is die van de haaien, met name gevlekte gladde haai en ruwe haai.

Levensbelang
Voor verschillende soorten visetende zeevogels is wel gesuggereerd dat ze, binnen de Noordzeekustzone, een voorkeur zouden hebben voor de zeegaten. Er zijn geen zeevogelsoorten die exclusief voorkomen in de zeegaten, maar er lijkt een tendens te zijn dat duikers en grote stern wel een voorkeur hebben voor de zeegaten. Buitendelta’s met een vermoedelijk goed aanbod aan zandspiering lijken voor grote stern en dwergstern van levensbelang in het Waddengebied.

Belangrijk foerageergebied
Zeehonden rusten op hoge zandplaten in de Waddenzee of in de buitendelta’s en moeten dus voor hun foerageertochten een zeegat door zwemmen en een buitendelta passeren (of juist opzoeken). Gezien de vermoede relatieve talrijkheid van zandspieringen in de buitendelta’s zouden deze een belangrijk foerageerhabitat voor zeehonden kunnen vormen. Directe observaties aan bruinvissen in andere gebieden met een sterke getijdestroming hebben laten zien dat deze dieren gebruik maken van dit type habitat. Zeegaten, inclusief buitendelta’s zijn daarom in potentie belangrijke foerageergebieden voor bruinvissen.

DOWNLOAD RAPPORT